vr 9 april 2010, 13:45u - 15:45u
Na de bekommernissen van een week geleden is Kuiko weer Bovenjan. De vervangende auto is ingeruild voor de definitieve en ondanks een druk programma neem ik even de tijd om te ervaren of met het nieuwe vehikel ook slechtvalkenbezoekjes af te leggen zijn. De kijker gaat mee, de camera gaat mee en het proefritje gaat naar De Mortel.
De weg is nog steeds hetzelfde en de auto zoeft naar de voor de bestuurder bekende bestemming. Hoe lang zal het duren voordat een "naar de toren"-commando zal volstaan?
Op het veldje zitten twee mensen. Fietsers. Ik verwacht hen niet te kennen, maar zodra ik de auto verlaat valt het stuivertje direct. Het zijn Zonnevogel die met Ayla naar het veldje is gekomen en de andere fietser is zeker ook geen onbekende. Dat hij op de fiets is, is eigenlijk ook niet vreemd, maar voor mij een eerste ervaring: Piet uit Lieshout. "Da's gunstig gezelschap", denk ik meteen. De ogen van Zonnevogel werken uitstekend, zo heb ik al vele malen ervaren, wanneer zij ooit slechtvalken aan zag komem terwijl ik nog geen stipje zag. En over de enorme vogelkennis van Piet hoef ik niets meer uit te leggen.
Ik hoef niet te zoeken. Piet wijst me op de stelling links naast de toren, waar een slechtvalk al een poosje schijnt te zitten. Er is een wissel van de wacht geweest, zo weten mijn medespotters me te vertellen.
Na een poosje bemerk ik een valk in de lucht. Piet weet te vertellen dat de valk op de stelling daar weg is. Hoewel ik het met geen mogelijkheid zeker durf te zeggen denk ik zomaar dat het Pa is. De valk verdwijnt in de zon. Een paar buizerds trekken onze aandacht en wat later is er die kleinere roofvogel weer die ik eerder deze week ook al zag. "Sperwertje", weet Piet. Hij bladert even in zijn boekje en wijst me op een afbeelding van een sperwer. Nu weet ik wel hoe een sperwer er uit ziet, maar in de lucht valt het mij toch zwaar om ze onomstotelijk te herkennen. En zoals altijd is de aanwezigheid van een kenner als Piet dan een zegen.
Ineke (Zonnevogel) stapt na een poosje weer op. Dan wijst Piet me op het geluidje dat ik zelf ook had moeten herkennen: een geelgorsje. "Deze is mooier dan die van vorig jaar", weet Piet. Hij laat me door de scoop kijken en inderdaad is het een mooi getekend vogeltje, maar of dit beestje mooier is dan dat van vorig jaar? Ik zie echt geen verschil. Het is jammer dat deze een stukje verder zit dan dat van vorig jaar. Nu moet ik maximaal inzoomen om het beestje op de foto te krijgen, terwijl die van vorig jaar vaak precies naast het spottersveldje zat.
Weer verstrijkt er een poosje en dan pakt Piet zijn spullen in. "Kijk daar", zegt Piet. "Zit daar nou een roofvogel in de boom?" Hij wijst me de boom aan en inderdaad zie ik in de verte een vogel in een boom zitten. Piet besluit zijn scoop toch maar weer eens uit te pakken, maar dan verdwijnt de vogel. Ik wijs hem na. "Toch een kraai?", vraagt Piet zich af. De vogel leek mij toch wat bruin, meen ik ook. Weer pakt Piet zijn boeltje in en dan tuur ik wat rond door mijn verrekijker waar plotseling een vogel in verschijnt. "Daar komt er een terug", meld ik. De valk keert terug naar de toren, maar landt aan de achterzijde. "Is het toch S2", vraag ik me af. "Ik zie je wel weer eens", zegt Piet en hij stapt op zijn fiets en rijdt weg.
Nog even twijfel ik of ik nog naar de familie nijlgans zal gaan kijken. Ik besluit het niet te doen en ga naar huis.
Paar fotootjes, ...