header11.jpg
header02.jpg
header04.jpg
header05.jpg
header06.jpg
header07.jpg
header08.jpg
header10.jpg
header12.jpg
previous arrow
next arrow
Shadow
  • Beth

    Het was toeval dat ik vanmorgen nadat ik in alle vroegte al met Wisky naar buiten was geweest bij het plaatje van Beth Hart uitkwam. Deze zangeres kan als niemand anders met haar stem enorme mentale pijn beschrijven. Wie haar niet kent moet op youtube maar eens zoeken naar "L.A. Song".

    Plotseling heb ik enorme drang om naar De Mortel te karren. Waar ik nog twijfelde of ik nog wel door wou gaan met alweer een nieuw seizoen, maak ik de start al zonder er over na te denken. Onderweg denk ik aan de verrassende mutaties van het mij toch zo bekende landschap bij de toren, Ik zag dat bij mijn vorige bezoek van alweer een paar weken geleden al.

    Ik zie de toren in de verte nauwelijks door de laag neveligheid opdoemen. Het deert me niet. Ik heb zin om er wat rond te dolen en alle mutaties nog eens goed in me op te nemen.

    Mijn kijker heb ik al een poos in de auto laten liggen en doordat de auto nauwelijks warm is geworden door het beperkt aantal ritjes in deze Coronatijd is het er vochtig. De glazen van de kijker lijken ook van binnenin vochtig. Met het blote oog kan ik meer van de toren waarnemen dan met de kijker.

    Ik zoek een valk maar kan er geen vinden. Mijn linkeroor zit potdicht en ik merk meteen wat dat doet met je vermogen om je op geluid te orienteren. Ik hoor de buizerd maar ik heb werkelijk geen idee vanwaar het geluid komt.Mijn oog valt dan op het boompje dat op het spottersveldje nu al minstens twee hete en droge zomers heeft overleefd. Ik ga er naast staan en meet dat de topjes boven mijn schouder uitsteken. Het stemt me tevreden. Aan de andere kant van de Loop vormen dennen en berken een haag aan hindernissen om het veld erachter tot aan de bosrand te kunnen overzien. Daar gaan we wel wat missen, weet ik al. De zandhoop wordt er ook niet hoger op. Even vraag ik me af hoe het er zal uitzien wanneer dit hele veld uit jonge boomaanplant zal bestaan. Ik heb vorige keer al verteld over het "shell-bos".

    Omdat ik geen valk kan ontdekken ga ik meteen op pad. Onderweg bekijk ik de toren zo nauwkeurig als ik maar kan, maar een valk kan ik niet ontdekken. Ik ga door het uitgedunde bos links naast de toren en kijk op het flink verbrede deel van de Snelle Loop. Ik zie een waterhoen op weg naar beschutting. En loop dan weer door tot ik op de hoek sta op weg naar het bruggetje. Ik sta pardoes stil, schrik ik ervan? De Loop is breed, maar het bruggetje is helemaal anders. Meteen zie ik het mechanisme waarmee het waterpeil gecontroleerd kan worden. Het veroorzaakt een heuse waterval. Ik sta even verbaasd, maak mijn plaatjes en vervolg mijn weg langs de Loop. Aan de andere kant is een pad ontstaan. Er is een hele rij bomen weggehaald om met gemotoriseerde werktuigen aan de oever van de Loop te kunnen werken. Ik zie kansen voor een ijsvogeltjeswal, of die er ook komt weet ik niet. Ik loop verder en kijk nog eens naar de onnatuurlijke doorsteek van het water bij het bankje en het betonblok. Met stenen is de kant wat verstevigd. Ik ga door want ik ben nu erg benieuwd of ik aan de achterkant een valk kan ontdekken. Nog altijd gaat er een klein vreugdestoorje door me heen wanneer dit het geval is. De valk zit bij de lage antenne aan de linkerkant.

    Verderop ontdek ik de kudde, ze lijkt flink uitgedund maar ik kan niet het hele gebied waar ze nu staan overzien. Ik ga terug naar het bruggetje. Ditmaal ga ik er overheen naar het veld wat ik altijd omschrijf als "de overkant van de Snelle Loop". Tot mijn verbazing gaat het poortje niet open wanneer ik er links tegenaan druk. En dan zie ik dat de scharnieren nu aan de andere kant zijn aangebracht. Ik moet dus rechts drukken. Het poortje gaat vrij zwaar open, maar dat is niet erg. Het gaat dus ook stevig dicht (we zullen voortaan nog meer harde knallen horen wanneer passanten het poortje laten dichtknallen).

    Twee wandelaars met een jonge bruine Labrador komen me tegemoet. De hond loopt los en stormt op me af. Ik herken het jeugdig enthousiasme van Wisky (die wel wat rustiger is geworden maar nog altijd blij tegen iedereen wil opspringen die hem aardig lijkt). Zijn baasje roept hem terug. Ik heb nog altijd dubbele gevoelens bij loslopende honden in een natuurgebied, een beetje keur ik ze af een beetje vind ik het ook wel leuk. Zo lang baasje controle heeft en neemt...

    Ik loop een stukje door het veld en kom bij de oversteek bij de zandhoop uit. Ook hier is de oversteek van betontegels gemaakt. En dan pas valt me het ontbreken van het watervalletje hier op. Hoe vaak heb ik hier staan te genieten van het geraas van het water dat zich een weg wrong tussen de keien alsof het om de Niagarafalls zelf ging.

    Ik keer om en loop even naar de grote poel. Weinig verandering. Terug naar het drassige pad en daar zie ik een paar rijtjes berken en dennen bij elkaar staan alsof ze daar bewust zijn geplant. Ik zie er wel wat voordelen van. Dit gaat een haagje vormen waarachter je mogelijke nesten van spechten in de gaten kunt houden. En mocht een valk zijn prooi in dit veld droppen biedt het vanaf de andere kant een mooie observatieplek. Mijn fantasie ziet dus kansen en beperkingen bij alle aanpassingen. We zullen het zien.

    Wanneer ik door het poortje terug ga valt het niet mee om een klap te voorkomen. Ik ben op het verharde deel van de Hemelsbleekweg wanneer ik me nog even omdraai om de toren nog even te scannen. Ik zie de valk op de koektrommel. Deze verorbert een vers opgehaalde prooi en is daar tijdens mijn wandeling stiekem gaan zitten. Ik loop een stukje verder door en draai me opnieuw om: daar nadert er nog een. Ik twijfel er niet aan of dit moet de valk zijn die hiervoor aan de achterkant zat. Je weet het echter nooit. Er kan zich tijdens mijn wandeling een heel filmverhaal hebben afgespeeld. De valk landt op een kozijn schuin onder de koektrommel. Nog even een paar plaatjes... dan voel ik weer dat ik het koud heb.

     

     

     

  • Canadese en Australische vliegers

    Slaat de titel ergens op? Eigenlijk niet, maar elk verhaaltje verdient nu eenmaal een titel te krijgen. En omdat het meestal om een hoogtepunt van de dag gaat kan ik niet anders dan deze titel te kiezen.

    Het is deze keer bewust pas laat dat ik naar De Mortel ga. Omdat de bezoekjes van 10 tot in de middag niet veel valkenspot opleverden ga ik nu pas na het middaguur. Onderweg wordt mijn pad tot driemaal toe gekruist door een stoet retro-tractoren. Telkenmale houden verkeersregelaars me tegen. En gezien de toch redelijk grote afstand tussen de hinderpunten maak ik op dat het om een behoorlijke stoet gaat. Na het laatste oponthoud sluit ik zuchtend aan in de rij die van einde Gemert tot De Mortelse kerk duurt. Daarna kan ik ongehinderd door naar de Hemelsbleekweg. 

    Op het veld aan de overzijde van de Loop zitten een paar mensen bij de poel. Het zijn geen bekenden en dus ga ik op het plekje zitten waar we ons meestal bij warme dagen ophouden. Lekker in de schaduw van de bomen, waar minstens de gevoelstemperatuur lager ligt dan die van de huiskamer.

    Ik heb mijn stoeltje nog maar amper uitgeklapt of ik hoor protestgeluiden van de toren komen. De reden van de alarmkreten lijkt te zitten in de twee grote roofvogels die de toren te dicht lijken te naderen. De schreeuwerd kan ik niet ontdekken. 

    Nadat ik mijn stoeltje op de gewenste stek heb gezet, mijn rugzak aan de rugleuning heb vastgemaakt en de hoes van de stoel eveneens om de rugleuning heb gehangen ben ik klaar voor een grandioos schouwspel. Al bij het betreden van het veld zag ik de Canadese ganzen die in een groepje bij de zandhoop zitten. Ik ga even op verkenning en zie een paar ieniemienie juffers bezig met de voortplanting. Een blik op de toren levert ook van dit punt geen informatie over valken op. Maar wel zie ik weer een verse plukplaats. Veren liggen er genoeg, het karkas is meegenomen.

    Ik loop terug naar mijn stoeltje waar ondertussen het manke stiertje enkele meters vandaan staat. Hij ziet me komen en sukkelt rustig een eindje het bos in waar het in de schaduw gaat liggen herkauwen.

    Op de toren zit zowaar een valk. Ogenschijnlijk op de lamp aan de achterzijde op de toren zit een volwassen valk. Wanneer ik een paar meter verder naar links loop, zie ik het gezichtsbedrog. de valk zit helemaal niet op de lamp maar op de lage antenne. Over het onverharde deel van de Hemelbleekweg hoor ik het gebrom van de auto van Piet. Een paar seconden later zie ik dat mijn gehoor nog steeds goed werkt. Het is inderdaad Piet. Nog voordat Piet bij het poortje is, zie ik de valk duiken naar iets dat vrij pal onder hem moet zijn. Meteen ben ik de valk achter de boomtoppen kwijt. Geritsel in een boom vlakbij me trekt mijn aandacht. Twee geelgorsjes zitten in de boom. Uit een ooghoek zie ik Piet naderen, zal hij de gorsjes nog zien?

    Ik wijs en meteen vliegen beide geelgosjes naar beneden. Het lijkt de opmaat voor verdere totale rust. 

    Dan zit daar opeens de valk op de lamp aan de achterzijde. Eerst denk ik aan PA, dan aan VV en dan weet ik het opeens niet meer. Is dit wel één van onze twee vaste torenbewoners? Is het toch PA? Lang zit de valk er niet, zoals zo vaak is de lamp opeens weer leeg.

    Bij het poortje zien we José en Arie het veldje opstappen. Ze hebben een flinke wandeling gemaakt en halverwege hebben ze even bij Grotels Hof een tussenstop gemaakt. Transavia brengt vakantiegangers terug naar Eindhoven en de volgende kist... een militair vliegtuig van Australische afkomst? Velen hebben de avondvluchten die de overblijfselen van de passagiers van MH17 ophalen gezien. Iedereen die ik er over spreek is ervan onder de indruk. 

    Piet wijst naar rechts: "een havik," roept hij. Wat later horen we een vreemd gekrijs. Het is een beetje het midden tussen het geluid dat Pa wel eens maakt wanneer hij met prooi thuiskomt en een soort paniek. Een tel later zien we de valk naderen. Met prooi en vermoedelijk inderdaad PA. Geen reactie vanaf de toren. De valk landt ergens buiten ons zicht op de toren. Nog steeds geen enkele reactie. We zijn het het allemaal over eens dat het stel niet meer compleet is. Er is minstens één jong al langere tijd weg. Te lang om weggevlogen te zijn, dus vermoeden wij dat het niet meer leeft. Wie heeft het hele gezin al eens compleet gezien de laatste maand?

    We willen weten of het PA inderdaad was en of hij mogelijk aan de voorkant zit. De enige plek waar we dat kunnen zien is bij het achtuurboompje. Samen kuieren we over het veld, waarbij ik Piet ook nog wijs op de plukplaats die ik eerder die dag al vond. Bij het boompje overzien we de voorzijde van de toren, maar zien daar geen valk. Ik hoor iets ritselen onder het boompje, maar ik kan dat niet onderzoeken zonder natte voeten te krijgen. Ik loop daarom ook maar terug, maar een paar keer draai ik me even een slag om zodat ik het boompje in de gaten kan houden. De weidebeekjuffer laat zich weer op de foto zetten en de ganzen houden me in de gaten. Dan hoor ik in de buurt van het boompje opnieuw een geluidje. Triomfantelijk grijp ik mijn camera en zet het waterhennetje nog net op de foto voordat het in de oeverbegroeiing verdwijnt. "Gotcha".

    Ik laat Piet de foto zien, maar lang zullen we ons er niet mee bezig houden want er gebeurt weer eens wat: twee grote roofvogels hangen schuin boven ons. "Wespendieven?" vraagt Piet zich hardop af. Ik denk hetzelfde. We zien iets vreemds. De ene wespendief (?) lijkt iets van zich af te gooien, het dwarrelt naar beneden. Heeft ie een groot insect in de lucht gevangen en dwarrelt daar een vleugel naar beneden? We weten het niet.

    Een poosje verstrijkt waarbij onze aandacht nogal uitgaat naar de bosrand. We horen dat telkens een groene specht en we vermoeden hem op de grond of anders heel laag in een boom. Helaas kunnen we hem niet ontdekken. En dan opeens is daar een tweede valk in de lucht. Cynisch klinkt het, wanneer Piet hardop concludeert dat we twee slechtvalken zien. De tweede landt op de betonnen rand van de toren, de ander zweeft boven het bos links van ons. Het schouwspel duurt niet lang want de valk boven het bos verdwijnt achter de boomtoppen en de valk op de betonrand verdwijnt, hoe kan het ook anders, op het dak.

    Wanneer de valk zich meld wanneer we bepakt door het bos naar onze auto's lopen en hem dus niet kunnen zien, is het geen enkele aanleiding om onze pas te versnellen. Kansen genoeg gehad, nu ben je te laat.



     

     

     

  • Drie koningen

    Het is niet dat ik erg gelovig ben, maar mijn moeder heeft me geleerd dat 6 januari de dag is van Drie Koningen. Bij ons betekende dat meestal dat de kerstboom en de kerstgroep met stal weer keurig opgeruimd werden. De Wijzen uit het Oosten waren op bezoek geweest en hadden het wonderlijke kindje Jezus gezien en dus kon de boel opgeruimd worden. Onze kerstgroep kende niet eens drie koningen dus dat was dan gemakkelijk zat.

    Ik start de dag met een reparatie aan mijn hometrainer. Helaas lukte het me niet om bij het dwarsliggende onderdeel te komen en was de reparatie niet erg succesvol. Maar ondanks dat heb ik mijn kilometers toch weer gehaald en na een frisse (nou ja, liever warme) douche voel ik me weer lekker fris. Het heeft allemaal wat langer geduurd dan het plan was. Ik kijk naar Wisky en weet niet zo goed wat te doen. Mijn auto heeft een hoge instap, voor mij prettig, maar voor de hond iets minder. Ga ik hem plagen door hem mee te nemen? Eenmaal daar, heeft hij het grootste plezier, maar weer terug in de auto is heel wat minder prettig voor de ondertussen toch al wat oudere hond. 

    Ik moet nog maar eens goed nadenken over een constructie waarmee ik hem makkelijker kan laten instappen. Voor nu besluit ik alleen te gaan.

    Het voelt wat fris aan en ik besluit de thermosbeker uit het kerstpakket maar eens te gaan uitproberen. Twee kopjes kunnen er in.

    Onderweg denk ik na over allerlei zaken waar ik me nu vooral niet druk om moet gaan maken. Dat lukt niet zo. Maar wanneer ik in de berm van de Hemelsbleekweg een auto zie staan hoop ik op een metgezel om al het moois mee te delen. Is dit de auto van Sjef en Els? Ik ben heel slecht in het onthouden wie welke auto heeft, maar wanneer ik een leeg spottersveldje zie weet ik eigenlijk wel zeker dat het Sjef en Els zijn die aan de wandel zijn.

    Op de toren geen valk. Net als eerder deze week hoor ik opnieuw een buizerd maar met mijn nog steeds potdicht verstopte linkeroor kan ik totaal niet inschatten van waar het geluid komt. En omdat ik verkouden ben (maar toch negatief getest), ben ik bij de huisarts niet welkom voor deze niet levensbedreigende ongemakken. Ik snap dat ook, maar lastig is het wel.

    Dan opeens een beweging bij de toren. Het lijkt vanaf de onderste ring, en het is een valk die met een sierlijke boog aanzet voor de koektrommel. Ligt daar wat te eten, het lijkt even zo, maar dan komt de valk overeind en lijkt alert de omgeving te scannen. Waar zou de andere nu zijn? Waar is mijn nieuwsgierigheid het grootste naar, deze valk langer bekijken of toch op zoek naar de andere?

    Ik ga aan de wandel, niet om heel veel moois te zien. (Het is er altijd al mooi) Op het pad in het bos komt me een wandelaar tegemoet. Op dat moment zie ik het waterhoentje weer in de Loop, maar wanneer ik het op de foto wil zetten kan ik het niet meer vinden. Ik groet en de man vraagt of ik al fraaie foto's heb kunnen maken. Ik lach en zeg: "wanneer ze zich niet verstoppen op het moment dat ik wil knippen wel". Verderop was hij ook al twee mensen met camera's tegengekomen. Wanneer ik mijn vraag "een man en een vrouw, niet heel erg groot?" met "Ja, dat klopt", beantwoord krijg weet ik wel genoeg.

    Ik loop een stukje verder en zie het waterhoentje opeens weer opdoemen. "Hebbes". Ik wandel langs de Loop en bedenk dat vissen niet stroomopwaarts kunnen door de hoge sluis bij het bruggetje. Heet dit eigenlijk wel een sluis? Boeit me niet. Verder gaat het. Een stuk voor me komt een vrouw met een zwarte hond uit het bos, ze wandelt dezelfde kant op die ik ook voorgenomen heb en het lijkt wel of ik haar op gepaste afstand volg. De koeien staan nu in het veld aan de andere kant van de Loop. Ik maak een foto. En ga door het poortje. Geen valk aan de achterkant. Snel maar weer terug dan.

    Waar ik vorige keer baalde van het verdwijnen van de vistrap bij de zandhoop. Hier is een alternatief. Het water raast tussen de keien door. Helaas laat ook hier mijn gehoor het afweten.

    Ik sjok terug en zie nog net hoe iemand het spottersveldje verlaat. Seconden later ben ik op de weg en keert de auto op dezelfde weg en rijdt richting de Bakelseweg.

    Nog even een blik op de toren. De valk is weg van de koektrommel. Ik pak mijn thermosbeker en neem een paar slokken. Toch lekker om jezelf zo even op te kunnen warmen.

    Ik ga terug naar de auto en zie dan hoe een vink op de boomstam landt waar (vermoedelijk Piet) een laagje zaad heeft gestrooid. "Prachtige vink, mooi slot van mijn bezoekje.

     

  • Heel wat voor weinig

    Het plan was om heel vroeg op te staan in de hoop dat het dan het beste moment is om nog iets van de valken te mogen spotten. Maar na een vermoeiende eerste werkweek gingen de oogjes niet vanzelf open mislukte het plan. Het krantje was laat, Wisky had ook tijd zat dus was van de aanvankelijke twee uur eerder geplande spotterstocht niet veel meer over dan een half uurtje eerder dan normaal.

    En er was winst. Tot mijn tevredenheid zag ik bij aankomst al meteen een valk op de rechterlamp onder de ringen en een andere valk op de hoge antenne zitten. Vooral dat laatste voorspelt meestal wel wat actie, want het is de uitkijkpost naar prooi.

    Omdat dit zo hoopgevend is, besluit ik gelijk maar voor de volle scan te gaan. Dat wil zeggen dat ik meteen aanzet voor een wandeling om de toren, zodat geen valk op de toren verborgen zal blijven. (Op het dak kan ik ook dan niet kijken).

    Is het een voorteken? Ik loop van het veldje af, kijk omhoog en zie een lege antenne. Huh? De vogel blijkt gevlogen. PA zit nog steeds op zijn stekkie op de lamp. Naast de toren schijnt tegen de helderblauwe lucht vaag de maan. Ik moet er een plaatje van maken. Het is nog steeds helderblauw, het stemt me heel tevreden.

    De wandeling zet ik door. Het valt me op dat de massa paddestoelen ondertussen flink is uitgebreid, er is geen ontkomen meer aan: de herfst is op komst. Ik neem de tijd om naar de achterkant te kuieren en ik probeer elk vogelgeluidje in me op te nemen. Het is namelijk opvallend stil in het bos nu de meeste vogels hun hoogste lied in de kast hebben gelegd voor betere tijden.

    Aan de achterkant bespeur ik geen valk. Ik overweeg even om de grotere ronde te gaan maken, maar ik besluit toch voor de weg terug. En zoals zo vaak: ik ben al voorbij het wildpoortje wanneer ik valken hoor. Ik zet even een sprintje -euh althans wat er over is van het sprintjes trekken na het alweer vele jaren beëindigen van een al niet zo imposante voetbalcarriere-. Evengoed, binnen een paar tellen sta ik weer op een plek waar ik de toren inclusief de laagste ring kan overzien. Ik denk nog net een valk achter de boomtoppen te zien verdwijnen, terwijl twee anderen hoger om de toren vliegen. Deze twee landen elk in een antenne. De derde zie ik niet, maar ik hoop dat PA nog op zijn plek zit zodat de conclusie is dat er nog minstens drie valken zijn, maar mogelijk dus vier. Het valt me op dat de lucht ondertussen al lang zo helder niet meer is, maar voorlopig verwacht ik nog geen regenbuien.

    Ik wacht het niet te lang af om zekerheid over de plek van PA te krijgen en ga weer op pad. Ik keer terug naar het spottersveldje omdat ik daar PA zal kunnen zien zitten en tevens de twee anderen ook. Onderweg hoor ik de valken weer en een klein stemmetje in me, geeft aan dat ik wel eens pech zou kunnen hebben met deze voorgenomen driedelige observatie.

    De antennes zijn leeg, de lampen zijn leeg, de raampjes zijn leeg. Een stellage dan? Op een ring dan? Op het rooster, op de betonnen rand, ergens? Nope, geen valk meer te bekennen.

    In het veld waar de koeien lui liggen te herkauwen zie ik een mega uit de kluiten gewassen aardappelbovist. Wat een joekel, en die gaat natuurlijk op het plaatje. Aan de overkant van de Loop heb ik de zilverreiger al eerder gezien en bij het boompje bij de Loop zag ik eerder jonge nijlganzen zitten, ze trekken nu mijn aandacht en terwijl ik die kant op kijk hoor ik het karretje van Piet. Even later vertelt hij me dat hij eerder deze week denkt nog drie jonkies te hebben gezien, maar dat hij niet honderd procent zeker is. Zijn verhaal lijkt op dat van mij: hij heeft ze niet alle vier echt gelijktijdig in beeld gehad, dus is er altijd de kans op een doublure. 

    Het is zo'n dag dat er zomaar eens iemand van wat verder weg zou kunnen komen en dat gevoel blijkt heel snel al te kloppen. Vogellogboek Debbie parkeert haar auto achter die van mij in de berm. Opvallend genoeg hebben we de groene specht net iets voor haar aankomst alweer een paar keer in het bos rechts van ons (dus achter de auto's) gehoord. (Niet gezien). Debbie wil nog steeds een mooi plaatje van de groene specht aan haar imposante collectie toevoegen maar dat is haar nog steeds niet gelukt. Misschien vandaag?

    We vertellen over de valken die zich vandaag relatief al veel hebben laten zien en we hopen op meer.

    En dat krijgen we ook. Eerst zijn er wat vluchten die wijzen op een prooivlucht en dan is daar die regen van veertjes vanaf de onderste ring (teveel rechts om het in beeld te kunnen nemen). Ook VV keert terug naar de toren en ik maak een mooi plaatje van het moment dat ze de landing op de linkerlamp inzet. Piet weet me even later te vertellen dat het de ongeringde VV is, dat weet ik op dat moment nog niet.

    Nog een valk arriveert: het is PA die bij de voet van de antenne gaat zitten waar hij met moeite te ontdekken is. En er komt nog een valk aangevlogen, wat een luxe toch. Deze valk, "duidelijk een juveniel" zo meldt Piet landt op de hoge antenne. Maar kennelijk is de koek nog niet op. Er landt nog een valk bij de toren en Piet merkt daar scherp bij op dat deze valk wat schijnt te twijfelen waar  ie op de toren zal landen. "Zou zo maar een vreemde kunnen zijn". Ik acht het haast uitgesloten dat het een vreemde is, en neem de opmerking van Piet maar een keertje voor het welbekende korreltje zout. De valk landt op het rooster en lijkt daar inderdaad een beetje vreemd te zitten. Ook de reactie van de andere valken is vreemd. Meest opvallend is het telkens omhoog kijken van VV op de lamp. Dan weet Piet te melden dat deze valk ongeringd is. En VV op de lamp dan? Die zit er nog! Twee ongeringde adulte valken? "Mannetje", weet Piet. Ook dat kan ik niet bevestigen.

    De valk spring nu van het rooster af en gaat aan de voet bij de nieuwe antenne zitten. VV reageert nu, hoewel ze deze beweging onmogelijk gezien kan hebben. Ze draait één keer om de toren en gaat dan als een speer richting de nieuwkomer. Die schrikt zich het apenzuur en gaat er vandoor. Op het spottersveld gaat bij drie mensen het adrenalinegehalte omhoog. Debbie heeft het moment van de aanval met gestrekte pootjes mooi in beeld kunnen brengen. Ik weet zeker dat ik dit moment niet heb, want ik sta aan de grond genageld.

    Even later keert VV terug en PA lijkt een sneer te krijgen: "da's jouw pakkie an, maat! !!!".

    Terwijl rechts nog steeds geplukt wordt, waardoor we weten dat daar nog steeds een juveniel zal zitten te eten, keert de nieuwkomer nog eens terug. Piet weet het zeker: het is hem weer. PA zit nu wat meer rechts op de betonnen rand en schijnt de boodschap van VV begrepen te hebben. Hij gaat achter de vreemdeling aan, en doet dat niet door felle uithalen, maar hij gaat er naast vliegen en zwenkt dan af en toe naar de ander toe. Het blijkt voldoende want de ander verdwijnt uit ons zicht.

    Opeens trekt Debbie aan mijn mouw: "moet je daar zien?" Vlak voor ons vliegt laag (net onder de boomtoppen zelfs) een grote roofvogel. In eerste instantie denken wij aan een buizerd, maar Piet roept al meteen dat het mogelijk een havik of iets anders is.

    Het blijft niet bij deze ene vreemdeling: ook een tweede zoeft laag over de bomen niet al te ver voor ons uit. Ik prooi gehaast mijn camera in stelling te brengen, maar helaas wil deze nieuwe camera nog steeds niet altijd doen wat ik wil. Het duurt te lang. Ondertussen zijn Piet en Debbie in Piet zijn documentatie aan het opzoeken of dit misschien twee kiekendieven zijn, want dat het geen doorsnee buizerds of haviken zijn, is hen al duidelijk. Ik opteer nog voorzichtig voor de twee wespendieven, maar mijn metgezellen houden het op kiekendieven naar aanleiding van de foto's van Debbie en het boekje van Piet.

    De situatie maakt dat ik even aan Wisky moet denken, die zowel mijn exemplaar van het boekje alswel mijn oude camera om zeep heeft geholpen in twee onbewaakte momenten. Met een glimlach bedank ik hem daar op afstand nog eens voor.

    De bewolking neemt nu snel toe en weer-online voorspelt wat nattigheid. De bui komt sneller dan verwacht en binnen enkele tellen staan we onder de omhooggezette achterklep van mijn auto te schuilen. Het buitje duurt me te lang en de opklaringen die wel aanstaande zijn, duren me toch wat te lang. Ik heb nog een en ander te doen en dus besluit ik genoegen te nemen met het voor dit seizoen ongekend veel gebodene van vandaag.  

     

     

  • Kieviten en piketpaaltjes

    Ik heb vanmiddag een afspraak met een klant en zal hooguit later nog even eenkort bezoekje kunnen afleggen aan de Morteltoren en omgeving. Wanneer ik mijn auto in de berm zet schiet ik meteen in de lach. Er staan twee piketpaaltjes in het veld. Mijn eerste aprilgrap (zie mijn vorige verslagje in maart), maakte de lezers wijs dat er zes woningen gebouwd zouden gaan worden op onder anderen het spottersveldje. Er zouden paaltjes in het veld hebben gestaan en een graafmachine in de berm. Wie me kent weet dat er rond 1 april een grap staat te wachten, maar toch trappen ook hele goede bekenden van me er nog steeds in. 

    Nu staan er echt twee piketpaaltjes in het veld. Heeft iemand mijn grap proberen te versterken?

    Dan hoor ik een bekend geluid. Het is de kievit, nee zelfs allebei de kieviten die opeens opvliegen en driftig achter een paar kraaien aan gaan. Hun aanval is zo fel en vastberaden dat de kraaien allemaal het hazenpad kiezen wanneer de kieviten over hen heen razen. Het schuifje staat meteen op filmen en ik probeer de grillige bewegingen met mijn camera te volgen. Het lijkt me te lukken, ik weet het niet zeker.

    Het zijn vandaag de watervogels die mijn aandacht trekken want een paar eenden is ook al heftig met elkaar in discussie en in het water meen ik een waterhennetje te herkennen.

    Op de toren? Daar zie ik hoe een valk rustig op het rooster zit. Mijn mobieltje vertelt me dat de ander in het nest op de eitjes zit. Een vredige aanblik. Prima zo!

    Het weer staat het niet toe om echt mooie plaatjes te maken en dus ga ik na een half uurtje genieten huiswaarts. 



  • Ringdag, een blik van onderen

    Zou het niet te druk worden op spottersveld, nu het ringdag is, en we nog steeds leven onder de regels van de Coronamaatregelen?

    Wanneer ik ietsje later dan gepland, het sporten en douchen erna is wat uitgelopen, naar De Mortel kar, zie ik iets wat me wel eens vaker gebeurt: ik zie iemand fietsen die overleden is, maar de fietser lijkt sprekend op. Ik denk dat mij dat niet als enigste wel eens overkomt. Ditmaal meen ik Mieke te zien fietsen. Grijzend haar, lichtblauw jasje, oud fietsje. Het is haar (uiteraard) niet. Misschien doe ik er iets mee in de titel van mijn verhaal of toch maar niet.

    Er staan veel auto's in de berm van spottersveldje tot bij de toren. Wanneer ik langzaam langs rijdt probeer ik snel even koppen te tellen. Minstens een stuk of zes denk ik. In een split second besluit ik door te rijden tot bij de toren en daar linksaf naar het bruggetje te lopen, dat over te steken en een plekje uit te kiezen bij het achtuurboompje. Het zicht is hier prima en dus is het wel eventjes vol te houden. Maar dan kruipt er even een wolkje voor de zon en heb ik spijt dat ik mijn vest in de auto heb laten liggen. het waait best wel fris. Dat gaat voor de ringers nog veel frisser worden daar boven op de bovenste ring.

    Zover ik kan na gaan is er nog niemand in de toren. Wel stonden er een paar mensen verwachtingsvol bij het bankje bij de toren te kijken. 

    Onderweg neem ik de tijd om een vlindertje en waterhenneke en dergelijke op de foto te zetten, ook de visjes in de Snelle Loop mogen even poseren. Het lukt me maar niet om een vogeltje dat op een paaltje zit scherp te krijgen, de brem op de achtergrond blijft de focus maar trekken en dus besluit ik het maar op te geven. 

    En dan is daar dat geluid van een naderende valk: prooi. Ik zie dat er een prooi onder de slechtvalk bungelt en deze wordt op de koektrommel geplukt. Ik kijk even naar de mensen bij de toren, er zal toch wel gewacht worden totdat de voedering heeft plaatsgevonden. Zo'n groot avontuur dat er aan staat te komen voor de juufjes kan toch niet met een hongerige maag?

    Korte chatberichtjes en dan een message: databundel weer eens 100% op. Grr. 

    Veertjes komen van de koektrommel gedwarreld, het plukken gaat ongestoord door. En dan is daar het moment van opbrengen. Maar dan gebeurt er iets onverwachts, de valk (ik denk dat dit M is met een flinke prooi) vliegt in het rond en begint dan opeens onrustig te schreeuwen. Hebben de mensen in de toren dit niet zien aan komen? Maar zijn ze wel al in de toren? Ondertussen draait de valk al heel wat rondjes met zijn prooi en vliegt dan zo ver van de toren weg dat ik even denk dat ie er mee vandoor gaat. Maar dan keert hij terug om nog even verder te gaan met plukken!

    En de andere valk? Die lijkt ook wel een prooi te hebben en landt ergens op de derde ring. Ik zie niet waar. Omdat ik door mijn fototoestel kijk lijkt alles grijzer dan het is waardoor je niet precies ziet wat er te zien valt. 

    De angus koeien staan precies tegenover me aan de andere oever van de Snelle Loop naar me te staren. Een ongenummerd kalfje staart me ook aan, maar besluit dat de graspol die precies aan de watergrens staat toch wel het allerlekkerst moet zijn. Hij stapt het water in. Van moeders krijgt ie een por, maar een kalf is nu eenmaal kalf om nog eigenzinnig te mogen zijn. De andere koeien komen ook eens een kijkje nemen en even later liggen ze met een stuk of achten in de verse begroeIIng aan de rand van de Loop.

    Weer een paar frisse windvlagen. Mijn armen vertonen kippenvel. Ik zoek naar een iets beter plekje om me wat tegen de wind te beschutten. Tussen wat jonge scheuten van een metertje of wat hoog lijkt het iets beter te gaan, maar ook dat is maar voor even. Vest halen? Nee, da's me nu te ver teruglopen. Naar de rand van het bos dan maar? Ik ga met mijn eigen voorstel akkoord.

    En dan vliegt de valk met zijn prooi weer op van de koektrommel. Hij lijkt nu vastberadener om de prooi bij de kids te gaan droppen, maar onrust is er nog steeds. Dan is daar ook V weer die hem lijkt te willen aanmoedigen. En dan gaat het ineens recht op de nestkast aan. Ja hoor, dat gaat goed komen bedenk ik tevreden. Ik zie nu ook dat Martien en Peter onder bij de auto's staan. "Ze hebben het gezien en ze hebben het door", concludeer ik tevreden.

    Een poos later, ik heb ondertussen mooi plaatjes kunnen maken van een poserende roodborsttapuit, zie ik dat Martien en Peter de toren in gaan. Een minuutje later staan ze weer buiten. Het schot om voor de nestkastopening te plaatsen vergeten denk ik wanneer Peter met dat schot terug loopt naar de toren.

    Even later is het dan wel raak: de valken die net even tot rust zijn gekomen schreeuwen weer op en vliegen rondjes om de toren. Figuren bewegen op de vierde ring.... het gaat beginnen. Daarstraks zijn ze voor mij juvenielen geworden, geredeneerd als een soort van Bar Mitswa, de eerste stap naar volwassenheid, bij deze valkjes gekenmerkt door het dragen van ringen om hun pootjes.

     

     

  • Skrîkbloas op de derde ring

    We hebben afgesproken bij de bosrand aan de overkant van de Loop. Gerrit, Piet en ik zullen de warmte ontlopen en de koele schaduw van de bosrand opzoeken. Volk op het spottersveldje groet ik zwaaiend bij het voorbijgaan. De auto parkeer ik op een metertje van de auto van Piet vandaan. "Zullen de bikers niet graag zien, maar dat kan mij niet schelen", voorspel ik de reactie van mountainbikers die nu een extra manoeuvre zullen moeten uithalen om tussen de auto's door te gaan.

    Ook de auto van Gerrit staat er al. Ik heb ze allang zien zitten aan de overkant van de Loop en ik verwacht commentaar omdat ik er opnieuw pas na tienen ben.

    In de gauwigheid check ik mijn mee te dragen spullen: camera 1 en 2, stoeltje, tas met extra accu's en kaartjes, koude drank, petje, vooral GEEN jas, statief. "Okee, dat zal het zijn". Met een klap laat ik de achterklep vallen. Klik daar gaat het vehikel op slot. De mars naar de mannen kan starten. 

    Even later pak ik mijn spullen weer uit en ontvalt me de vloek: "godsamme, kijker vergeten". Ik kuier weer terug naar de auto, maar neem voor de zekerheid toch maar een camera mee, je weet immers nooit wat je "onderweges" nog allemaal ziet.

    Weer wat later nestel ik me naast de mannen. Er is al wat gevlogen, maar het grote spectakel moet nog beginnen. "Aha, ik ben dus op tijd".

    Nu zal ik niet beweren dat het helemaal niks was dat we vervolgens het eerste uur zien, maar pas bij de komst van Debbie en haar vrienden breekt er wat spectakel los. Wat dan? Nou vooral de koekoek die zich kort achter ons begeeft valt op. Ik kan het niet langer uithouden en ga op zoek. Ik denk te weten waar de vogel zit, maar de anderen focussen zich op het geluid dan nu weer duidelijk van links komt. Ik zweer dat de koekoek nog steeds pal achter ons zit. Wanneer ik het smalle paadje door het bos volg, blijf ik telkens even stil staan om te luisteren, voorlopig hoor ik niks, maar ik weet wel waar het geelgorsje ergens zit. Het verraadt zichzelf, maar ik ben niet naar haar op zoek en ik kom dan ook weer recht overeind wanneer ik de koekoek opnieuw hoor op de plek waar ik haar verwacht. Telkens loop ik een paar meter en dan blijf ik weer stilstaan om te luisteren en te kijken. Juist daardoor zie ik de twee bonte spechten (jonkies nog?) die, "haha, kijk nou, berkje is vlakbij mijn companen, maar die zien niks", lach ik. 

    Terwijl ik probeer om de twee spechten allebei goed op de foto te krijgen hoor ik de koekoek nu erg vlakbij. Ik kies voor de spechten en draai me dan om. Geen koekoek te zien natuurlijk. Ik loop terug naar de bosrand. In de poel laat iemand een roedeltje honden los. Ik gruwel bij de gedachte dat in het stromingloze watertje de blauwalg meteen hoogtij viert. Mijn Wisky laat ik alleen in stromend water plonsen met zulk weer, ik riskeer zoiets liever niet.

    De valken worden nu inderdaad wat actiever maar ik merk nog steeds dat het veel moeite kost om ze met mijn nieuwe camera in de lucht te vangen en vooral vast te houden. Op de derde ring zit nu het juveniel dat we vermoedelijk eerder vandaag op de bovenste ring zagen zitten. Het lijkt ons het jongste kleintje. Wanneer de anderen wat actiever worden en vooral spelend voorlangs vliegen volgt deze ringzitter de verrichtingen belangstellend zonder zelf aan te sluiten bij het feestgewoel in de lucht. 

    Wanneer vervolgens een duif in de stellage boven dit jonkie neerploft en de timide reactie volgen worden we steeds meer overtuigd dat dit de jongste "skrîkbloas" (bangerik) is. Gerrit blijft zoals altijd nuchter en merkt op dat we het ringnummer nog steeds niet hebben kunnen zien en er dus geen enkele zekerheid is.

    Na weer een poos zitwerk en naar mijn mening te weinig actie stap ik uit mijn stoeltje en besluit ik naar de waterkant te gaan en koers te zetten naar het zogenaamde achtuur boompje. Vanuit die hoek zie je weer andere delen van de toren (zelfde zijde als vanaf het spottersveld) en bovendien ben ik benieuwd naar het leven op, boven en in het water. Goede keuze zo blijkt. Gisteren hebben we gezien hoe een kraai een klein zwart prooitje aan de waterkant greep en er een stukje verder mee ging zitten. Piet vermoedde een jonkie waterhennetje en daar kon hij wel eens gelijk in hebben, want ik zie een jonkie op het water. Ma zit met een ander jonkie een paar meter verderop en heeft mij kennelijk gezien. Het riet is nog maar heel laag, maar Ma weet haar eerste jong razendsnel in het riet veilig onder te brengen. Het andere jonkie volgt nu ook. Er ligt een filmpje drassig materiaal op het water waardoor het jonge waterhennetje in een slip lijkt te raken. Het is koddig en aandoenlijk om te zien en ik vergeet helemaal om mijn camera op filmen te zetten, het was zeker een komisch filmpje geworden.

    Behalve een libelle valt er verder niet zo heel veel meer te zien en dus besluit ik terug te lopen naar het dammetje bij de zandhoop. Het valt me op dat het hier nog erg drassig is en dus loop ik een eindje om zodat mijn schoenen droog blijven. Voor de tweede keer voel ik dat er iets op mijn arm gaat zitten en opnieuw blijkt het een daas. "Weg jij", sla ik het beest van me af. Ik loop terug naar mijn gezelschap.

    Er wordt nog steeds wel wat gevlogen maar waar ik op hoopte blijft uit. Hongergevoel begint zich te vormen. Het is best voor vandaag.....