header11.jpg
header02.jpg
header04.jpg
header05.jpg
header06.jpg
header07.jpg
header08.jpg
header10.jpg
header12.jpg
previous arrow
next arrow
Shadow
  • De ooievaar en de ijsvogel

    Iets voor half negen sta ik bij de kapper op de stoep. De deur staat uitnodigend open hoewel de kapper strikt pas om half negen begint. Binnen blijkt dat twee heren me voor zijn. Ik reken snel uit dat ik dus over een uurtje weer buiten zal staan. De timing klopt precies en dus is er tijd zat om nog een koffie te pakken en dan mijn spullen voor een Morteling bij elkaar te graaien. Uit voorzorg gaat toch ook de jas maar mee, want het blijkt iets frisser dan ik had gehoopt.

    Even later sta ik op een welbekend spottersveld. Ik merk dat er iets is veranderd aan mijn vaste patroon. Het is niet meer eerst de toren die gescand wordt, maar eerst de omgeving en dat blijkt een goede keuze. Bij de Loop staat iets wits dat de moeite waard is om even goed te bekijken. Ik ga op de tafel staan en zie tot mijn genoegen dat er een ooievaar in de Loop staat. Kijk, zo vaak zien we die niet bij De Mortel. In de buurt van de poel hoor ik een flinke groep keuvelende vrouwenstemmen. Ik hoop dat ze ooievaar er niet mee verstoren, maar die schrijdt rustig verder langs de kant van het water. Bij het achtuurboompje besluit de vogel statig aan mijn kant van de Loop verder te gaan en verdwijnt dan al gauw achter de oeverbekleding. Even later doemt de uiver op in de pas gemaaide wei bij de boer. Op de toren een bijna vertrouwd beeld: jonkie op de koektrommel onder de ring en ouder op de lamp een stukkie daaronder. Ik waag me er niet aan om te zeggen wie dit is, want het is te lastig om het onderscheid te zien.

    Geen hagedisjes deze keer. De wind en een redelijk betrokken lucht met een grauw wolkendek doet me besluiten om toch maar eventjes de jas uit de auto te pakken. Terwijl ik die pak, bedenk ik dat een wandeling ook wel weer eens lekker is. Bovendien zijn dat die calorietjes die er ongemerkt afgaan. Voor het zware werk sport ik, maar dat heeft dit keer maar heel moeizaam tot een gewichtsafname geleid. Toch ben ik in hoera-stemming want mijn doorzettingsvermogen heeft ervoor gezorgd dat ondanks tegenslagen mijn bmi sinds gisteren uit het donkerrood is geraakt.

    Drie weken later dan ik had gepland, maar nu is mijn doel voor het einde van het jaar opeens toch weer in handbereik. Maar goed, daar hebben we het nu niet over. Ik kuier langs de toren het bos in en eigenlijk gewoon uit routinematige gewoonte wacht ik even wanneer ik bijna het paadje langs de Loop heb bereikt en tuur even naar de oversteek bij de zandhoop. Mijn gehoor vertelt me deze keer niks, maar mijn slechte ogen nemen toch maar mooi een zekere beweging waar. Mijn verrekijker doet de rest: er zit een ijsvogeltje in een struikje langs de Loop. Ik zie het duiken en terugkeren, dan weer een ander beginnend boompje bezoekend en weer een herhaling van het proces. Ik leun tegen een boompje en probeer het te filmen. Het lukt. Terwijl ik film duikt het vogeltje weer, maar ik kan niet ontdekken waar het blijft en dus wandel ik maar verder.

    Aan de andere kant van de Loop houd ik natuurlijk de bosjes langs de oevers goed in de gaten en weer ontdek ik het ijsvogeltje. Dan komt er iemand uit het bos en is het schuwe vogeltje gevlogen. Het verbaast me enorm dat ik zo dichtbij heb kunnen komen en dat iemand die veel verder weg was wel tot een vlucht heeft geleid.

    Verder gaat het. Ik wil een kijkje gaan nemen over de weilanden en velden achter het bos aan de andere kant van de Loop en zet aan naar het paadje recht tegenover het spottersveld. Aan de achterkant (niet te verwarren met de achterkant van de toren) zie ik wel veel kraaiengespuis maar verder niet veel bijzonders. Maar links in de verte zie ik wel weer de ooievaar. Hoor ik iets bij de toren? Ik besluit op onderzoek uit te gaan door zo snel mogelijk terug te keren op de scheidingslijn tussen weiland en veld. Ik hoor nu niets bijzonders, maar ik zie het karretje van Piet naderen. Ik besluit terug te wandelen. Weer zie ik het ijsvogeltje zitten. Piet, die aan de andere kant staat tuurt naar dezelfde plek. Maar kan het ijsvogeltje nooit zien zitten. Piet komt dichterbij maar dan komt er opnieuw een niets vermoedende wandelaar uit het bos. Tsjiep, weg is het ijsvogeltje.

    Ik wijs Piet op de ooievaar die nog steeds vlakbij de boerderij paradeert. De huispoes zit vlakbij en slaat deze ook voor hem vreemde vogel gade. We lopen terug naar het spottersveld waar ondertussen Gerrit ook is gearriveerd. Behalve dat de valken even gevlogen hebben en de jonkie roodborsttapuitjes zich nog even vlakbij laten zien is het mooiste wel geweest.

    Twaalf uur geweest: tijd voor de gebakken eikes. Deze keer met een garnituur van een klein slaatje, gewervelde augurkjes, zilveruitjes en beetje sambal erbij. Hmmm dat gaat lekker smaken! 

    (later misschien nog een filmpje erbij)

     

  • Een gaatje in de agenda zoeken

    Wie mijn verhaaltjes doorgaans graag leest moet ik vandaag een beetje teleurstellen. Ik heb het nogal druk en de gang naar De Mortel van vanmorgen was eigenlijk al een beetje te lang. Goed voor mijn toko, minder voor mijn hobby, maar de boterham moet ook gegeten kunnen worden en liefst met een laagje pindakaas er op ook.

    Dat gezegd hebbende: de Mortelgang was ergens na tienen. Valk op de grote antenne en de ander mogelijk in de kast. Een buizerd nadert de toren, maar PA (die in de antenne zit), maakt er zich niet druk om. Dat doet VV vanuit de nestkast wel even. Zeker op het moment dat ook een tweede buizerd (vrij laag) nabij de toren vliegt klink er gekrijs vanuit de nestkast.

    Maar PA trekt zich er niets van aan, zeker niet wanneer de buizerds meteen daarna wegzwenken en verdwijnen.

    Ik maak mijn vertrouwde wandeling, langs de toren, door het bos over de Loop door het klappoortje en dan de foto vanaf het veld van de antenne waar PA nog steeds zit. Over het hogere deel van het veld gaat het verder richting het beruchte boompje. Dan opeens zie ik een gestalte met veel wit en zwart in het veld over de Loop bij de zandhoop. Wat is dat? Ik schiet eerst het plaatje en kijk dan wat het is. Het blijkt een kievit. Niet alledaags de laatste jaren, maar toch wel met enige regelmaat in de buurt gezien. De vogel schrikt op en vliegt weg. Ik ga door het bos naar het veld daarachter, maar opnieuw tref ik deze keer geen reetjes aan. Verder door het brede bospad, terug naar de poel. Op het spottersveldje staat Piet ondertussen.

    Even later sta ik naast hem, bespreek de kievit, het geval met de buizerds en dat was het al zo'n beetje. Er komt nog iemand. Met zijn drieën turen we naar de toren en naar de omgeving. Onze kompaan ontdekt de vrouw roodborsttapuit als eerste. De man blijkt vlakbij te zitten. klikkerdeklik.

    PA vliegt op en komt even later terug, op de foto zie ik het kleine prooitje bungelen. Er komt een wissel. Heel even gaat VV naar de antenne en blijft het eitje onbewaakt.

    Twee kieviten en weer twee buizerds leiden ons af. Weer herrie vanaf de toren. PA maakt zich opnieuw niet te sappel. De buizerds zijn al verder weg.

    Tijd voor de eikes...

     




  • Ik en mijn stemmetje

    Wie kent het niet. Je neemt iets waar, neemt het voor lief, maar iets zegt je dat er iets niet klopt. Ik en mijn stemmetje dus!

    Ik heb vorige keer genoten van mijn visite aan De Mortel. En het zien van beide valken terwijl je het gevoel hebt dat ze mogelijk wel vertrokken zijn stelde me op een of andere manier gerust. Ik vond dat het grootteverschil tussen man en vrouw wel behoorlijk groot is en Margo merkte terecht op dat de man wel wat bruin oogde. Beide zaken constateer je en beide zaken neem je ondanks dat stemmetje toch maar voor lief.

    Ik wist dat ik een paar dagen geleden Corinne op een haar na had gemist en wanneer ik dan lees dat ze vanochtend ook weer even gaat Mortelen dan probeer ik ondanks mijn hardnekkige hoestje toch even te gaan kijken. 

    Zie daar de aanleiding is gevonden en de inleiding is geschreven.

    Iets na negen uur sluit ik aan in de rij. Behalve de hondjes zitten Corinne, Ciryon en Margo op het veldje. Valken laten zich niet zien maar een koppeltje tapuitjes wel. In de verte zie ik de kudde Aberdeens staan. Verder is het niet hoogstaand wat er te zien valt. Maar in goed gezelschap vliegt de tijd vanzelf.

    Een korte traktatie van een passerende valk en het wegblijven van een vervolg maakt dat Corinne en Margo toch even naar het onverharde deel van de weg wandelen om daar poolshoogte te gaan nemen. En wanneer ze even later terugkomen merk ik aan hun enthousiasme dat er vast wel een valk zal zitten.

    Het is in een van de kozijntjes. En omdat ik die dan toch ook wel even wil zien besluit ik samen met Ciryon de wandeling ook maar te maken. Helaas blijkt de vogel gevlogen. Nu ik eenmaal aan de wandel ben geraakt besluit ik dan toch maar even naar de achterkant te wandelen. Ciryon loopt terug naar het veldje.

    Ik schrik een beetje van de gedaalde waterstand na het sluisje bij de brug. Het is zichtbaar enkele centimeters lager. Ik ga verder, zonder al te veel vogels en andere beestjes waar te nemen. Ook aan de achterkant is geen valk te ontdekken. Dan opeens zie ik een gestalte vliegen over wat ik inschat als boven "de overkant van de Loop" nabij het spottersveldje. Het blijken zelfs twee slechtvalken te zijn die zelfs wat speels naar elkaar toe vliegen. Een voorzichtige vloek kan ik niet tegenhouden. Was ik nou nog maar meteen teruggelopen naar het spottersveldje. Ik ga terug en ben benieuwd naar de verhalen...

    Het lopen gaat vandaag best goed, zo merkt ook Margootje op. Op mijn vraag over de afloop van de vlucht van de twee slechtvalken krijg ik verbaasde blikken. Het is niet waar. Ja toch! De dames waren in een diep gesprek geraakt en hebben tot hun spijt het avontuur bijna boven hen gemist.

    Corinne voorspelt een deel van de inhoud van mijn blog van vandaag ;)

    Maar dan hoor ik dat er wel degelijk iets is voorgevallen bij de valken. Dit is niet het vertrouwde koppel dat al weer enkele jaren de toren in bezit heeft genomen. De vrouw is groot, lang vooral, en is geringd. En de kleinere man, die inderdaad nog wat beige oogt is een tweede kalenderjaars. Mijn stemmetje blijkt dus inderdaad gelijk te hebben gehad.

    En nu worden we opnieuw verwend. Beide valken in de lucht. En terwijl ik van de een een paar vliegende prentjes probeer te schieten, wil mijn nek niet langer meewerken. Ik ga op zoek naar de andere die rechts op de tweede ring landt. Er klopt iets niet aan hetgeen ik zie. De vorm klopt niet. Zitten er dan twee bij elkaar? Of... ligt daar een knots van een prooi bij?

    Ht laatste is het geval. Heel even mogen we van dit beeld genieten, maar wanneer ik vanuit een iets betere hoek een plaatje probeer te schieten blijkt valk en prooi verdwenen. De valk zal de prooi iets verder op de ring hebben getrokken.

    Dan komt de andere valk terug en zet aan voor een landing op de koektrommel. Het wordt heet en wanneer Corinne besluit terug te keren naar Vlierden, maak ik ook aanstalten te vertrekken en met mij de andere dames ook. Ditmaal binnen een half uur voeg ik daad bij het woord.

     

     

     

     

     

  • Ontsnapte boeven en een vlucht naar afrika

    Het is nog net geen negen uur wanneer ik vanmorgen (twee uur later dan ik eigenlijk had gewild) bij het spottersveld mijn auto parkeer. Ik zie de valk op de trommel, ik zie de valk op de hoge antenne en... ik zie de ooievaar op precies dezelfde plek waar ik hem gisteren voor het eerst ontdekte: bij de Loop waar ie net met zijn kop boven het gras uitsteekt.

    Ik neem even rustig de tijd om de bijzonderheden in de omgeving in me op te nemen, nog niet wetend wat er allemaal volgen zal.

    Omdat zich niet zo heel veel vogeltjes laten zien, vallen de jonge roodborsttapuitjes aan de andere kant van de Loop des te meer op. De koeien staan ook weer eens een keer in de buurt en dat doet me denken aan een opmerking van Piet over het ontbreken van prikkeldraad niet ver van het bruggetje. 

    Bij het klappoortje lopen een paar wandelaars wat vreemd heen en weer. Ze hebben een hond bij zich. De man loopt opeens naar het bospad bij de poel en de vrouw gaat door het klappoortje en loopt het bosje daarachter in. Ik snap deze bewegingen niet en sla er verder geen acht meer op.

    Op de Hemelsbleekweg is al een paar weekjes een laag grint over het asfalt gestrooid waardoor je auto's nog meer dan anders hoort naderen. Terwijl ik nog bezig ben om de ooievaar te bewonderen draai ik me half om met het doel te kijken of de naderende auto misschien een medespotter is. Opvallend genoeg blijkt het een politieauto te zijn. Ik kijk deze na en verwacht dat zij bij de toren rechtsaf zullen slaan. Maar dat is niet het geval. De auto wordt bij de toren geparkeerd en twee agenten lopen meteen daar wat rond. Weer hoor ik een auto naderen en wanneer tot mijn verbazing dit ook een politieauto blijkt te zijn, die eveneens bij de toren stopt is mijn aandacht wel vastgelegd.

    Agenten praten even met elkaar, er wordt iets van de grond geraapt en dan rijdt de tweede auto inderdaad het onverharde wegdeel in. De anderen lopen ook even die kant op, maar keren al snel weer terug. Nu gaat één agent het bos echt in en de ander volgt het bospad op weg naar het bruggetje. Vraagtekens op mijn hoofd worden telkens groter. Toen ik alweer een paar jaar geleden nog voor de lokale omroep en lokaaldotcom actief was had ik het wel geweten: ik was op zeker achter de agenten aan gegaan. Nu kost het me nog steeds wel wat moeite, maar besluit ik toch gewoon maar eens af te wachten. 

    Hans (de buurman) is even voor dit alles met zijn hond bij me geweest - een rood krasje op mijn pols resteert na de begroeting met de hond -  en is die kant op gewandeld. 

    Wanneer de tweede politieauto weer terugkeert en de agent de anderen na gaat komt ook Hans om de hoek gewandeld. Hij ziet de politiewagens en versnelt zijn pas hun kant op. De burgers van even daarvoor praten even met de agenten en de hele bups verdwijnt in de bosje bij het bruggetje. Hans is er bijna en gaat hen snel na. Ik heb nog steeds geen idee wat er aan de hand is en ik doe mijn best om mijn fantasie te bedwingen. In de verte loeit een koe. Zou er eentje gewond zijn geraakt? Hebben de wandelaars iets gezien wat niet door de beugel kan? Hebben zij een levenloos lichaam aangetroffen? Waarom dan die omsingeling van de toren? 

    Dan komt daar Hans aangelopen. Iets aan zijn pas verraadt dat hij iets te vertellen heeft. Een auto komt me voorbij, de inzittenden maken een praatje met Hans die wijst naar het bos. "Drie zijn er ontsnapt", hoor ik in flarden uit het gesprek. "Opgejaagd - Door het poortje"

    Wanneer de auto zijn weg vervolgd loop ik Hans tegemoet, spoedig zal ik deelgenoot worden van het verhaal van de dag.

    "Och d'r ware drie kelfkes ontnapt", weet Hans. Hij heeft ze zelf door het slingerpoortje teruggejaagd maar ondertussen zal de politie al wel gebeld zijn. Toen hij de politiewagens zag is hij er snel achteraan gegaan om hen dit te vertellen zodat ze niet nodeloos naar de al teruggekeerde kalfjes hoeven te zoeken. Er is ook een volwassen dier ontsnapt en dat zit in het bosje in het deel waar ze eigenlijk niet kunnen komen, maar het kan geen kwaad als er daar eentje zit. 

    Toch wel een beetje opgelucht besluit ik nu maar een eind te gaan wandelen want zonder dat ik het gemerkt heb is de valk uit de antenne verdwenen. Ik ga in elk geval even naar de achterkant om te zien of ik daar misschien nog een valk kan ontdekken. Het ijsvogeltje zie ik niet. Ik meende het gehoord te hebben, maar nu zie ik het niet. Aan de achterkant geen valk. Terug maar weer, voorbij het bruggetje stel ik me een beetje verdekt op in de hoop nu het ijsvogeltje dat ik alweer meende te horen te zoeken. Stemmen komen rap dichterbij. 

    Wanneer ze vlakbij zijn draai ik me om. "En alles weer gevangen?" open ik het gesprek. Het antwoord is kort: "de eigenaar is gebeld en die komt er aan". Ik wijs op de ooievaar die van dit plekje veraf te zien is. "Bij ons is dat niet bijzonder", zegt de ene agente kortaf. "Hier is het dat wel", antwoord ik best wat bits terug. "En daar duikt het ijsvogeltje", het is in een schim dat ik het zie, maar meteen is het ook weer verdwenen. De agenten kijken in de richting waar ik wijs. Verdwenen! 

    We lopen terug. De agenten praten nog wat na voordat zij in hun auto's stappen. Ik sta ondertussen alweer met mijn camera klaar want o zo dichtbij zit me daar... een roodborsttapuitje. 

    Wat later komt Piet aan. Ik zit op het bankje en tuur naar de toren. "En zie eens wat er achter je is", denkt Piet me te verrassen. "De ooievaar", lach ik. 

    Ook Jan Steenarend komt nog. Hij is er blij mee om de ooievaar hier ook weer eens te zien. We hebben heel wat te bepraten en dan opeens zie ik dat de ooievaar opvliegt. "Hij gaat thermiek zoeken", weet Jan. "Die gaat vertrekken", roept Piet. Heel langzaam maakt de ooievaar rondjes op zoek naar de thermiek en dan opeens gaat het steeds hoger en hoger. Achter de toren langs en.... weg. "Die gaat een vlucht maken naar Afrika". 

    Haha, en Kuiko heeft de schets van zijn verhaal daarmee al in zijn hoofd: "Ontsnapte boeven en een vlucht naar Afrika".

     

     

  • Ringdag, een blik van onderen

    Zou het niet te druk worden op spottersveld, nu het ringdag is, en we nog steeds leven onder de regels van de Coronamaatregelen?

    Wanneer ik ietsje later dan gepland, het sporten en douchen erna is wat uitgelopen, naar De Mortel kar, zie ik iets wat me wel eens vaker gebeurt: ik zie iemand fietsen die overleden is, maar de fietser lijkt sprekend op. Ik denk dat mij dat niet als enigste wel eens overkomt. Ditmaal meen ik Mieke te zien fietsen. Grijzend haar, lichtblauw jasje, oud fietsje. Het is haar (uiteraard) niet. Misschien doe ik er iets mee in de titel van mijn verhaal of toch maar niet.

    Er staan veel auto's in de berm van spottersveldje tot bij de toren. Wanneer ik langzaam langs rijdt probeer ik snel even koppen te tellen. Minstens een stuk of zes denk ik. In een split second besluit ik door te rijden tot bij de toren en daar linksaf naar het bruggetje te lopen, dat over te steken en een plekje uit te kiezen bij het achtuurboompje. Het zicht is hier prima en dus is het wel eventjes vol te houden. Maar dan kruipt er even een wolkje voor de zon en heb ik spijt dat ik mijn vest in de auto heb laten liggen. het waait best wel fris. Dat gaat voor de ringers nog veel frisser worden daar boven op de bovenste ring.

    Zover ik kan na gaan is er nog niemand in de toren. Wel stonden er een paar mensen verwachtingsvol bij het bankje bij de toren te kijken. 

    Onderweg neem ik de tijd om een vlindertje en waterhenneke en dergelijke op de foto te zetten, ook de visjes in de Snelle Loop mogen even poseren. Het lukt me maar niet om een vogeltje dat op een paaltje zit scherp te krijgen, de brem op de achtergrond blijft de focus maar trekken en dus besluit ik het maar op te geven. 

    En dan is daar dat geluid van een naderende valk: prooi. Ik zie dat er een prooi onder de slechtvalk bungelt en deze wordt op de koektrommel geplukt. Ik kijk even naar de mensen bij de toren, er zal toch wel gewacht worden totdat de voedering heeft plaatsgevonden. Zo'n groot avontuur dat er aan staat te komen voor de juufjes kan toch niet met een hongerige maag?

    Korte chatberichtjes en dan een message: databundel weer eens 100% op. Grr. 

    Veertjes komen van de koektrommel gedwarreld, het plukken gaat ongestoord door. En dan is daar het moment van opbrengen. Maar dan gebeurt er iets onverwachts, de valk (ik denk dat dit M is met een flinke prooi) vliegt in het rond en begint dan opeens onrustig te schreeuwen. Hebben de mensen in de toren dit niet zien aan komen? Maar zijn ze wel al in de toren? Ondertussen draait de valk al heel wat rondjes met zijn prooi en vliegt dan zo ver van de toren weg dat ik even denk dat ie er mee vandoor gaat. Maar dan keert hij terug om nog even verder te gaan met plukken!

    En de andere valk? Die lijkt ook wel een prooi te hebben en landt ergens op de derde ring. Ik zie niet waar. Omdat ik door mijn fototoestel kijk lijkt alles grijzer dan het is waardoor je niet precies ziet wat er te zien valt. 

    De angus koeien staan precies tegenover me aan de andere oever van de Snelle Loop naar me te staren. Een ongenummerd kalfje staart me ook aan, maar besluit dat de graspol die precies aan de watergrens staat toch wel het allerlekkerst moet zijn. Hij stapt het water in. Van moeders krijgt ie een por, maar een kalf is nu eenmaal kalf om nog eigenzinnig te mogen zijn. De andere koeien komen ook eens een kijkje nemen en even later liggen ze met een stuk of achten in de verse begroeIIng aan de rand van de Loop.

    Weer een paar frisse windvlagen. Mijn armen vertonen kippenvel. Ik zoek naar een iets beter plekje om me wat tegen de wind te beschutten. Tussen wat jonge scheuten van een metertje of wat hoog lijkt het iets beter te gaan, maar ook dat is maar voor even. Vest halen? Nee, da's me nu te ver teruglopen. Naar de rand van het bos dan maar? Ik ga met mijn eigen voorstel akkoord.

    En dan vliegt de valk met zijn prooi weer op van de koektrommel. Hij lijkt nu vastberadener om de prooi bij de kids te gaan droppen, maar onrust is er nog steeds. Dan is daar ook V weer die hem lijkt te willen aanmoedigen. En dan gaat het ineens recht op de nestkast aan. Ja hoor, dat gaat goed komen bedenk ik tevreden. Ik zie nu ook dat Martien en Peter onder bij de auto's staan. "Ze hebben het gezien en ze hebben het door", concludeer ik tevreden.

    Een poos later, ik heb ondertussen mooi plaatjes kunnen maken van een poserende roodborsttapuit, zie ik dat Martien en Peter de toren in gaan. Een minuutje later staan ze weer buiten. Het schot om voor de nestkastopening te plaatsen vergeten denk ik wanneer Peter met dat schot terug loopt naar de toren.

    Even later is het dan wel raak: de valken die net even tot rust zijn gekomen schreeuwen weer op en vliegen rondjes om de toren. Figuren bewegen op de vierde ring.... het gaat beginnen. Daarstraks zijn ze voor mij juvenielen geworden, geredeneerd als een soort van Bar Mitswa, de eerste stap naar volwassenheid, bij deze valkjes gekenmerkt door het dragen van ringen om hun pootjes.

     

     

  • Wat een grap, of toch niet.

    Natuurlijk zijn er op het spottersveldje geen schotten geplaatst, maar wanneer Sander daar een grap op inzet dan kan ik niet achterblijven en zal ik zijn verhaal zeker versterken. En omdat mijn eigen inspiratie echt helemaal op was heb ik niet vol ingezet op mijn survivalbunker. Maar... iedereen die mijn verhalen volgt weet dat ik wel eens een keer in de rol van een dier kruip. Ditmaal niet mijn hond, maar een anonieme hamster. Wat ik nu weer bazel? Wie me volgt op facebook snapt het wel: de een april grappoging van het jaar 2020. 

    Ik hoor twee buizerds en na even gluren zie ik ze zelfs in het bos vliegen, waarbij de ene van boom tot boom hupt en de andere er behendig tussendoor manoeuvreert. Ik doe echt geen poging om dit vast te leggen, dat gaat me immers nooit lukken. Bij het zogenaamde 8 uur boompje moet ik altijd even kijken of daar niet heel toevallig het ijsvogeltje zit. Helaas dat zit er niet, maar wat zit er dan wel? Ik heb er altijd moeite mee om de goede naam bij het goede vogeltje te weten, maar dit is dus of de gekraagde roodstaart of de roodborsttapuit. (En ik meen zeker te weten dat het dus de laatste is).

    Op de toren kan ik geen valk ontdekken. Het gluren naar BDL kost me teveel data, dus dat sla ik even over. Even wat in de chat plaatsen en dan maar weer gauw afsluiten.

    Een fietster komt op het veldje gereden. Haar vraag is een beetje vaag: zitten ze er nog? Om daarna te vragen of er slechtvalken zitten. Euhmmm, ja die zitten er. De vrouw die uit Helmond komt blijft even zitten, dropt wat oud brood op de boomstam en vervolgt zwijgend haar weg. Een paar eenden schrikken op uit de Snelle Loop en dat blijkt te komen door een tweetal jeugdigen die van de weg langs de loop zijn komen lopen en nu proberen over de houten poort bij het onthoofde bos te komen. Wanneer ze zien dat ik met mijn kijker naar hen kijk aarzelen ze even. Het is niet de eerste keer dat ik voor boswachter wordt aangezien.

    Ik besluit naar de achterkant van de toren te gaan omdat er aan deze kant weinig te zien valt.

    Het is lekker in het zonnetje maar langs de Loop (die er erg kaal bij ligt zonder rietstengels en stukken afgeknakte boom er langs de kanten in liggend) daar schijnt het zonnetje niet. Het is alsof me een jas uitgetrokken wordt. (En dat is ook zo, want ik heb geen jas aan!) 

    Met koude vingers kom ik aan de achterkant weer uit het bos. Ik loop een beetje door om me na enkele tientallen meters om te draaien en mijn vizier op de toren te richten... geen... valk.

    Voor de volledigheid schiet ik maar een plaatje en maak me dan weer op voor de terugtocht langs de koude Loop. En dan zie ik daar opeens dat Winterkoninkje. Ik richt en schiet... hebbes. Niet ingezoomd maar ik heb het wel. Nog een poging, dat gaat al beter. Ik schiet diverse plaatjes van het vogeltje dat nauwelijks een seconde op dezelfde plaats schijnt te willen zitten.

    Terug naar het spottersveldje is er aan de voorzijde van de toren nog altijd geen valk te zien. En dan word ik weer snel afgeleid: de buizerds schreeuwen om aandacht, wat eenden melden zich en hoor ik nu een uil? Nee, ik hoor geen uil maar ik kan het niet laten om toch even te speuren. En dan sta ik te veel onder de bomen om meteen te kunnen reageren wanneer er vanaf de toren geroepen wordt.

    Ik zie een paar tellen later hoe een valk op het rooster zit en daar opvliegt om uiteraard weer boven de bomen waaronder ik sta een vliegbeweging te maken. Die gaat naar de wiphoek, zo schat ik in. En dat klopt en daar zit een paar tellen later ook een andere valk. Kwam die aanvliegen? Zat die er al? Was er misschien een vorm van prooioverdracht? Ik weet het niet, maar lang hoef ik er ook niet over na te denken want voor ik het weet is de eerste valk alweer vertrokken (nestkast) en wipt de ander het dak op. Heel goochem concludeer ik dat dit ook een betekenis van wippen op de wiphoek heeft.

    En dan... dan stap ik in mijn auto. Voldaan, dat zeker en benieuwd naar de prentjes...

     

     

     

  • Wij met vijf, zij met acht

    Het mag gezegd. Het is altijd wel wat daar in De Mortel. Maar dat er ook een vorm van nabootsing van de TV zou plaatsvinden die je ziet in de komkommertijd met die (meestal vreselijke) herhalingen, dat had ik niet verwacht. Sterker nog: we waren het vorige week toch allemaal met elkaar eens: de ooievaar vertrok voor onze ogen naar zijn winterverblijf in Afrika! Nou, niet dus!

    Gisteren was ik ook even een uurtje bij de toren waar ik uiteindelijk (geheel onverwacht) de thuiskomst van de jonge AUH zag, waar VM en VV zich geheel niet vertoonden. Geen ooievaar, geen ijsvogeltje en geen roodborsttapuitjes gezien. En nu: een dag later is het eerste wat me opvalt de witte gestalte met lange rode snavel en zwarte randen bij de vleugels, hoog op de poten staande aan de andere kant van De Loop dicht in de buurt van de ganzenpoel. Een kleine afsplitsing van de kudde Angussen staat er vlakbij. De blauwe reiger lijkt wel een maatje van de ooievaar. Ze staan dicht bij elkaar en verdragen elkaar prima.

    Omdat de toren geen slechtvalken toont, besluit ik maar meteen aan een wandeling te beginnen. Op het laatste stukje van het brede bospad word ik behoedzaam: wie weet toont zich het ijsvogeltje wel. Maar helaas is dat niet het geval. Ik loop verder langs de Loop om naar de achterkant te gaan waar mogelijk de slechtvalken ook te vinden kunnen zijn. Terwijl ik nog maar een keer een foto van de nu nog meer verschrompelde witte ballon in de Loop maak (wie weet zorg ik ervoor dat misschien één persoon volgende keer nadenkt over de schade die dergelijke onschuldige ballonnen kunnen veroorzaken), hoor ik toch ergens dat bekende geluidje? Heb ik met mijn blote oog toch die beweging waargenomen? Ik geloof er niks van, maar toch grijp ik mijn kijker en zie op het paaltje helemaal aan het einde van het pad dat kleine, maar zo fraaie vogeltje zitten. De afstand is groot en veel verwacht ik niet van het prentje, maar het gaat me dan ook vooral om het aantonen dat het er zat. Voorzichtig loop ik wat dichterbij. Ik zie het vogeltje duiken en even later op een van de stenen op het dammetje wippen. Wanneer ik ook daar een prentje van probeer te maken vliegt het ijsvogeltje net weg.

    Daarmee is ook de belemmering weg om naar het veld aan de achterkant te lopen. Toch even voorzichtig door het slingerpoortje want je weet nooit wat er daar ergens zit. Dan even later toch maar door lopen en de achterkant van de toren even scannen. Geen valk te zien. Ik maak nog wat prentjes van een paddestoel en besluit dan terug te gaan naar het bruggetje. Mijn camera zet ik uit, maar waar komt dat vreemde geluidje nu vandaan? Ik zet de camera weer aan, althans dat is de bedoeling. Verdorie nog aan toe: batterij is leeg.

    Bij het bruggetje aangekomen zet ik maar gelijk door naar de toren toe en dan op mijn auto aan. Daar staat Jan Steenarend toevallig net bij te kijken.

    "Ik stond al te twijfelen of het jouw auto was, maar toen ik de cameratas zag liggen wist ik het al", verklaart Jan. "En die moet ik nu net hebben, want sta ik daar foto's te maken en is mijn accu leeg", mopper ik wat. De reserverbatterij is helemaal opgeladen, dus ik kan gewoon verder. We verbazen ons samen over de aanwezigheid van de ooievaar die we vorige week toch echt hoogte zagen maken om te vertrekken. Kennelijk is het voedsel en de temperatuur hier nog prima.

    Het trekkertrekfestijn telt al geruime tijd slechts twee personen op de tribune. Waarom de ladyspeaker de microfoon gebruikt is ons een raadsel, ze kan net zo goed bij die twee bezoekers gaan staan. Nee, ik ben geen voorstander van dit festijn, maar dit moet toch een regelrechte ramp zijn voor de organisatie. (En dat gun ik niemand)

    Wanneer even later ook Gerrit op het spottersveldje staat, zijn wij met net zoveel personen op het spottersveldje als dat er op dat moment op de tribune zitten!

    Jan neemt me even mee naar zijn auto. In de kofferbak staan diverse ordners in een krat. Op de labels staan coderingen. Hij pakt een vogelboekje, zoekt de pagina op waar de Steenarend getoond wordt en grijpt dan naar de map waar dit nummer tussen zit. "Kijk: hierom noem ik me Jan Steenarend", zegt Jan. Hij is er best een beetje trots op dat ie deze vogel op de foto heeft weten te zetten. "Het zijn geen hele goeie foto's, maar ik ben er toch heel blij mee".

    We worden nog een paar keer vergast met de aanwezigheid van roodborsttapuitjes en het ijsvogeltje en uiteraard de ooievaar die ons tot op enkele tientallen meters durft te naderen om vervolgens statig terug te stappen naar de Loop. Onderwijl lijkt hij weer telkens iets van de uitgedroogde stelen van het Jacobs Kruiskruid op te pikken. 

    "Weet je dat ooievaars helemaal niet zoveel kikkers eten?", weet Jan. Gerrit pakt zijn telefoon en googlet er even op. Wikipedia weet ons te vertellen dat het hoofdvoedsel van de ooievaar bestaat uit insecten en regenwormen. En ja ook een kikker of een mol wordt wel eens gegeten. Door al het gepluk in de met spinnenrag aan elkaar verbonden stengels is de kop en snavel van de ooievaar besmeurd. "Jammer", vindt Jan, "hij zag er zo prachtig uit".

    Wanneer even later jachtopziener Jan en zijn vrouw even het veldje op komen lopen (om ons te wijzen op de aanwezigheid van de ooievaar) halen we net niet meer de meerderheid met de tribune aan de overkant: "wij met vijf, zij met acht"

     

    (De eerste plaatjes, die met het juveniele slechtvalk mannetje AUH zijn van gisteren)