header11.jpg
header02.jpg
header04.jpg
header05.jpg
header06.jpg
header07.jpg
header08.jpg
header10.jpg
header12.jpg
previous arrow
next arrow
Shadow
  • Anderhalve meter en groepsvorming op het spottersveld

    Ik had nog wat te doen, zowel zakelijk als huishoudelijk en ofschoon het verlangen om te gaan Mortelen hoog is, gaat dat toch even voor. Het valt allemaal mee en dus kan ik alras op pad naar De Mortel.

    Al op afstand zie ik een auto staan bij het spottersveld. Ik nader en zie ook Hans de buurman met de hond. Voordat ik de auto verlaat graai ik even in de meegenomen jas. De hond krijgt natuurlijk een koekje. En die heeft dat al meteen geschoten zodra ik de auto verlaat. 

    Ook Johan, inmiddels Boekelaar, staat op het veldje. Wanneer Hans foto's van de bosuil op zijn mobiel laat zien zet ik zonder na te denken een pas naar voren. Ai, daar gaan de anderhalve meter. Ik zet toch maar weer even een paar passen naar achteren. Ik hoor al dat de toren me geen valken zal tonen. Toch kijk ik even of ik de jonkies misschien kan zien zitten. Jammer, dat gaat net niet. Het rooster zit teveel in de weg.Opmerkelijk genoeg hoor ik dat er in de buurt een nest met twee jonge kievitten is. Ik moet denken aan de prooi. Is dat gezin nog wel compleet? Of is hier de natuur weer eens op zijn wreedtst?

    Het wordt nog drukker, een tweetal fietsers stoppen en komen het veldje op, zij: "vinden jullie het erg dat wij hier ook even komen?" Mijn hoffelijkheid kent hierin geen restricties en een "van mij wel" volgt eigenlijk zonder nadenken.

    Nog meer volk. En nog even later ook Gerrit. Gerrit maakt een ruime boog om alle anderen en zoekt een plekje aan de tafel. We kunnen nog steeds wel voldoen aan de afstand. 

    Het stel naast me krijgt een telefoontje. Hoewel ik geen moeite heb dat iemand even belt, gaat dit gesprek, al worden er geen namen genoemd, toch een beetje erg diep op een materie in die ik als buitenstaander niet hoef te horen. Wanneer er zakelijk over ontslag gesproken wordt zou ik er de voorkeur aan gegeven hebben om een paar meter verderop te gaan. Goed, ook dat gaat me niet aan.

    Het geelgorsje laat zich weer horen en met mijn kijker speur in de richting van het geluid. Ik zie hoe twee vogeltjes op het prikkeldraad zitten dat van de Loop naar het bos gaat. Is het een pimpelmeesje? Of misschien zelfs wel een kuifmeesje? Lastig te zeggen van deze afstand. Ik hoop dat de foto een beter beeld geeft. Het andere vogeltje kan vanalles zijn, een vink misschien?

    Verder speur ik. De boompjes en struikjes langs de Loop groeien hard. En naast een jong berkje zie ik opeens een iets afwijkender kleur. "Hebbes, geelgorsje!", triomfantelijk roep ik het zachtjes uit. Niemand hoort me, maakt niet uit.

    Het andere kan ik maar niet vinden, het moet er niet ver vandaan zitten. Dan zie ik hoe een buizerd langs de bomen vliegt. Op weg naar zijn nest, weet ik. Even later zie ik twee buizerds. De ene, een lichte, komt steeds dichter in de buurt van de toren. Er staan twee telecom busjes bij de toren, er wordt dus gewerkt, vandaar dat we de valken niet zien bedenk ik. Maar wanneer de buizerd over de toren zweeft is daar ineens een tweede vogel. Ik probeer deze snel in de kijker te krijgen, jawel: uit het niets is daar V en die is niet gecharmeerd van dit bezoek. Haar rondjes om de buizerd worden steeds sneller en korter. De buizerd heeft het begrepen en draait weg. De valk verdwijnt achter de toren, komt er nog één keer rechts uit, dan weer naar links en dan.... niks meer. 

    Het zal meteen ook het laatste weerzien met V zijn voor vandaag, want verder zien we haar niet meer verschijnen. Dat is ook wel een bekend beeld. Wanneer er noodzakelijk werk gedaan moet worden in de toren dat verdwijnen de valken om meestal pas weer terug te komen wanneer men het terrein weer verlaat. 

    Een minuutje met de drie schermen open heb ik opgenomen op het moment dat de vier jonkies lekker in het zonnetje zichzelf opwarmen. En de paar plaatjes van vandaag zet ik erbij. En om een verhaal van iets eerder compleet te maken: de motorcrossgeluiden in mijn tuin vanuit mijn bloeiende Rhododendron, samen met een van de motorcrossers erop voeg ik er zo maar gratis aan toe ;)

     

     

  • Bevrijdingsdag, voor wie?

    Vijf mei heet bevrijdingsdag te zijn. Ik denk dat wanneer de slechtvalken van De Mortel in staat zouden zijn om te denken dat ze dan graag bevrijd zouden willen worden van de werkers die telkens weer opnieuw onder hun nest bezig zijn met werkzaamheden waarbij je toch minstens kritisch kunt afvragen of dat nu uiterekend allemaal in deze maand moet.

    Ik hou er verder over stil omdat ik me alleen maar opwind en daar schiet ook niemand iets mee op. Mijn verhaal heb ik eigenlijk al in het clubhuis van BDL beschreven. Hier de desbetreffende posts:

    "05.05.2014 | 12:49 | KuikoNL
    Alweer werkzaamheden op de toren. Ouders flink gestresst. Komen steeds kijken of ze weer naar de nestkast durven en verdwijnen dan weer. Bovendien een derde valk. Ditmaal een pootjes haken gevecht. Menens dus. Een valk vluchtte. De ander raakte ik ook kwijt. Niet leuk meer dat verstoren telkens. Kan me niet voorstellen dat het ophangen van (nog weer) twee schotels met vier man zoveel tijd moet duren :( " 

    Antwoord op de opmerking dat ik vermeend gezegd heb dat de valken weer beide op de toren zijn gezien:

    "05.05.2014 | 13:01 | KuikoNL
    Nee, ik heb mensen op de toren gezien. Geen valken. Die durfden niet op de toren. Toen ik kwam vlogen ze allebei krijsend rond. Daarna zijn ze ieder een kant op gegaan en telkens kwam er na een minuut of tien weer eentje terug om poolshoogte te komen nemen. Een half uurtje voordat ik naar huis ging (dat was rond half twaalf) was het gevecht dat ik eerder hoorde dan zag. Ik kon de richting niet goed bepalen. Vervolgens zag ik ze met de pootjes in elkaar hakend en vreemd krijsend richting De Mortel verdwijnen waarbij de een vluchtte en de ander richting de toren bijdraaide, maar daar verloor ik die valk ook uit het zicht. Daarna is er nog twee keer een valk krijsend om de toren komen zweven. Een van de bussen van de werkers vertrok iets voordat ik ook ging. Mijn accu was leeg en met steeds volk op de toren was het voor mij ook niet interessant meer. Overigens: kievitsnest is geplet door koeien. THUISKOMST (VV landt op het rooster)"

     

    Verder nog de vermelding dat het volgen met flinke zoom van een vliegende valk haast niet te doen is. Dat de spreeuw zijn geleende spechtennest verraden heeft. Dat de kieviten weg zijn en dat hun nest geplet is door de runderen. Een jong kalfje zijn best deed om bij moeder te drinken. En dat ik verder alleen was, dus zonder medespotters.

     



  • De witstaartvink, de wip, de ijsvogel en andere zaken

    De carnavalsactiviteiten zitten er voor ons wel weer zo'n beetje op. Kon ik er vroeger maar geen genoeg van krijgen, met de jaren is de zin om ook op dinsdag nog te gaan wel een beetje weggeëbt. Mooie gelegenheid om de valken even te volgen. Op de webcams zie ik twee paringen. Op facebook en BDL doe ik mijn verslag, maar ik heb dan al lang de beslissing genomen dat er vandaag geMorteld zal gaan worden.

    Een test om te kijken of twitterberichtjes nu ook vanzelf door gaan naar facebook levert het gewenste resultaat op. Vanaf het spottersveldje kan ik het eenvoudigste een tweet versturen. Goed om te weten dat die dus vanzelf ook naar facebook gaat.

    Op het spottersveldje zit Gerrit E en staat Piet uit Lieshout. Ze wijzen me naar een vink die in de boom zit waaronder ik mijn auto heb staan. "Die heeft een witte staart", wijst Piet. Nog geen eens helemaal stilstaand zet ik mijn camera voor mijn ogen en knip ik. Precies op tijd, want meteen verplaatst de "witstaartvink" zich.

    Op de toren zit nog steeds één valk op de antenne. Voordat ik vertrok hebben beide valken er een poos naast elkaar gezeten. Door de heren word ik bijgepraat over de reden voor vertrek: een derde valk waagde zich in de buurt. "Die is weggebracht", zo verneem ik.

    Er stopt nog een auto. Het zijn Arie en José (Sazoe). Zeven buizerds doemen op naast de toren. Even is er de discussie of het er zes of zeven zijn. "Zeven", houd ik vol. José valt me bij. "Zes", tellen de anderen. "Zeven, tel ik hardop". Ik heb gelijk, het zijn er zeven.

    Een sperwer waagt zich voor de toren langs. En dan opeens horen Piet en ik dat hoge piepje. "Van rechts naar links boven de Loop", zegt mijn gehoor me. Piet roept het uit, waar ik ook aan denk: ijsvogeltje. We hebben het er even daarvoor nog over gehad. We hebben het al maanden niet meer gehoord of gezien. We volgen de Loop maar het ijsvogeltje lijkt verdwenen. Dan wijst Piet naar het zogenaamde "achtuurboompje". Daar zit het!!!!

    "Ijsvogeltje", roepen we even achterom, zodat de anderen het ook kunnen zoeken. Ook Els en Sjef komen aanrijden. Een mooi groepje bij elkaar die gelukkig het ijsvogeltje ook weer eens zien.

    Waarom het achtuurboompje zo door mij genoemd wordt? In de tijd dat de zon hoger en hoger gaat staan (zeg maar wanneer de jonkies gaan uitvliegen) dan schijnt precies om 20:00 uur de zon achter de toren, zodat de schaduw van de toren over het boompje glijdt. Even later zakt de zon dan achter de bossen weg en treedt de schemering in.

    Het is VV die op de bovenste hark van de hoge antenne zit. het is PA die aan komt vliegen. En die zet koers naar... "daar komt een wip", zo voorspel ik. Gerrit E heeft al de hele morgen klaar gezeten om zo'n moment vast te leggen, maar nu op het ultieme moment staat zijn scoop op de ijsvogel gericht. Natuurlijk zien we de wip, maar Gerrit niet. 

    Het ijsvogeltje hupt een paar keer van het ene takje naar het andere en van het ene paaltje naar het andere. Dan is het weg. Ondertussen horen we anderen zeggen dat er weer een derde valk passeert, maar even achteloos van ijsvogel naar de toren omhoog kijkend zie ik weer een sperwer. Ik neem aan dat die bedoeld wordt en draai me weer om naar het ijsvogeltje. Dat is nu weg, maar de valken zijn nu ook buiten beeld. Piet en ik blijven over, de anderen gaan weg of gaan wandelen. Gerrit (zonder E) komt ook even kijken. We vertellen hem van het ijsvogeltje, maar dat laat zich zelf nog een keertje zien. De valken blijven erg lang weg. Eigenlijk tegen beter weten in kijk ik plichtmatig even op mijn telefoon naar de refreshbeelden. "Huh, er zit er eentje in de nestkast", vertel ik de anderen. Piet verklaart me voor gek. Gerrit is iets bedachtzamer met het toewijzen van een geestelijke beperking naar mijn persoontje toe. Ik laat hem de beelden zien. Door een stukje de weg op te lopen (van de toren af) kan ik iets beter in de nestkast kijken. Maar precies wanneer ik de valk zie zitten, hupt deze op het rooster om even later razendsnel achter een voor ons onzichtbaar doel aan te gaan.

    Weer duurt het lang voordat er weer iets te zien is. Het is me genoeg voor vandaag en ook de anderen stappen op.

     



  • Drie koningen

    Het is niet dat ik erg gelovig ben, maar mijn moeder heeft me geleerd dat 6 januari de dag is van Drie Koningen. Bij ons betekende dat meestal dat de kerstboom en de kerstgroep met stal weer keurig opgeruimd werden. De Wijzen uit het Oosten waren op bezoek geweest en hadden het wonderlijke kindje Jezus gezien en dus kon de boel opgeruimd worden. Onze kerstgroep kende niet eens drie koningen dus dat was dan gemakkelijk zat.

    Ik start de dag met een reparatie aan mijn hometrainer. Helaas lukte het me niet om bij het dwarsliggende onderdeel te komen en was de reparatie niet erg succesvol. Maar ondanks dat heb ik mijn kilometers toch weer gehaald en na een frisse (nou ja, liever warme) douche voel ik me weer lekker fris. Het heeft allemaal wat langer geduurd dan het plan was. Ik kijk naar Wisky en weet niet zo goed wat te doen. Mijn auto heeft een hoge instap, voor mij prettig, maar voor de hond iets minder. Ga ik hem plagen door hem mee te nemen? Eenmaal daar, heeft hij het grootste plezier, maar weer terug in de auto is heel wat minder prettig voor de ondertussen toch al wat oudere hond. 

    Ik moet nog maar eens goed nadenken over een constructie waarmee ik hem makkelijker kan laten instappen. Voor nu besluit ik alleen te gaan.

    Het voelt wat fris aan en ik besluit de thermosbeker uit het kerstpakket maar eens te gaan uitproberen. Twee kopjes kunnen er in.

    Onderweg denk ik na over allerlei zaken waar ik me nu vooral niet druk om moet gaan maken. Dat lukt niet zo. Maar wanneer ik in de berm van de Hemelsbleekweg een auto zie staan hoop ik op een metgezel om al het moois mee te delen. Is dit de auto van Sjef en Els? Ik ben heel slecht in het onthouden wie welke auto heeft, maar wanneer ik een leeg spottersveldje zie weet ik eigenlijk wel zeker dat het Sjef en Els zijn die aan de wandel zijn.

    Op de toren geen valk. Net als eerder deze week hoor ik opnieuw een buizerd maar met mijn nog steeds potdicht verstopte linkeroor kan ik totaal niet inschatten van waar het geluid komt. En omdat ik verkouden ben (maar toch negatief getest), ben ik bij de huisarts niet welkom voor deze niet levensbedreigende ongemakken. Ik snap dat ook, maar lastig is het wel.

    Dan opeens een beweging bij de toren. Het lijkt vanaf de onderste ring, en het is een valk die met een sierlijke boog aanzet voor de koektrommel. Ligt daar wat te eten, het lijkt even zo, maar dan komt de valk overeind en lijkt alert de omgeving te scannen. Waar zou de andere nu zijn? Waar is mijn nieuwsgierigheid het grootste naar, deze valk langer bekijken of toch op zoek naar de andere?

    Ik ga aan de wandel, niet om heel veel moois te zien. (Het is er altijd al mooi) Op het pad in het bos komt me een wandelaar tegemoet. Op dat moment zie ik het waterhoentje weer in de Loop, maar wanneer ik het op de foto wil zetten kan ik het niet meer vinden. Ik groet en de man vraagt of ik al fraaie foto's heb kunnen maken. Ik lach en zeg: "wanneer ze zich niet verstoppen op het moment dat ik wil knippen wel". Verderop was hij ook al twee mensen met camera's tegengekomen. Wanneer ik mijn vraag "een man en een vrouw, niet heel erg groot?" met "Ja, dat klopt", beantwoord krijg weet ik wel genoeg.

    Ik loop een stukje verder en zie het waterhoentje opeens weer opdoemen. "Hebbes". Ik wandel langs de Loop en bedenk dat vissen niet stroomopwaarts kunnen door de hoge sluis bij het bruggetje. Heet dit eigenlijk wel een sluis? Boeit me niet. Verder gaat het. Een stuk voor me komt een vrouw met een zwarte hond uit het bos, ze wandelt dezelfde kant op die ik ook voorgenomen heb en het lijkt wel of ik haar op gepaste afstand volg. De koeien staan nu in het veld aan de andere kant van de Loop. Ik maak een foto. En ga door het poortje. Geen valk aan de achterkant. Snel maar weer terug dan.

    Waar ik vorige keer baalde van het verdwijnen van de vistrap bij de zandhoop. Hier is een alternatief. Het water raast tussen de keien door. Helaas laat ook hier mijn gehoor het afweten.

    Ik sjok terug en zie nog net hoe iemand het spottersveldje verlaat. Seconden later ben ik op de weg en keert de auto op dezelfde weg en rijdt richting de Bakelseweg.

    Nog even een blik op de toren. De valk is weg van de koektrommel. Ik pak mijn thermosbeker en neem een paar slokken. Toch lekker om jezelf zo even op te kunnen warmen.

    Ik ga terug naar de auto en zie dan hoe een vink op de boomstam landt waar (vermoedelijk Piet) een laagje zaad heeft gestrooid. "Prachtige vink, mooi slot van mijn bezoekje.

     

  • Een boreling

    Ik wacht al enkele dagen op een mailtje van een klant, wanneer de beslissing om wel of niet te gaan Mortelen nu toch wel echt genomen moet worden, besluit ik dat de klant mij lang genoeg heeft laten wachten en dat ik dus nu voorrang geef aan een Morteling.

    Maar dan is daar Wisky die de pret dreigt te bederven. Hij ligt lekker opgekruld op de bank te slapen wanneer hij opeens wakker wordt en gehaast overeind komt. Dan kokhalst ie een keer en dan.... getverderrie wat vind ik dat vies: hij braakt de bank onder met vieze groene smurrie. Waarschijnlijk afkomstig van takjes die hij telkens meent te moeten opvreten. Hij doet dat altijd zo snel dat je het nauwelijks ziet.

    De smurrie kan ik natuurlijk niet laten liggen. Vloekend ruim ik het met de rillingen over mijn rug op. Getver dat vind ik nou echt vies. 

    Een beetje vertraagd ga ik wat later alsnog op pad. Mensen die voor me rijden hebben kennelijk gehoord dat het plaatselijk glad is, nou, HIER NIET MEER. Ze horen het natuurlijk niet en ach, ik moet me er ook niet zo druk over maken.

    Wanneer ik al bijna bij het spottersveldje ben zie ik hoe de koeien staan te grazen. Een zwarte hoop ligt tussen hen in: ik vraag me af of dit al een kalfje kan zijn. Maar eerst zet ik de auto in de berm en zoek ik naar de toren. Direct rechts naast de toren vliegen wit ogende vogels alle kanten op. Ik probeer te begrijpen wat er aan de hand is, maar dan zie ik de beweging op de koektrommel. Daar zit een slechtvalk het begin te maken aan het plukken van een prooi. Witte veertjes stuiven alle kanten op. Aha. 

    In de bomen naast mij hoor ik meesjes en vinken en nog een bekend geluid dat ik nog niet meteen paraat heb. Het lukt om de vogels in beeld te krijgen en dan zie ik daar ook die derde soort: een roodborstje in zijn allerfelste voorjaarsrood.

    Dan ga ik op onderzoek uit naar de donkere hoop tussen de elf runderen die bij elkaar staan. Inderdaad het is een ongenummerd kalfje van een paar dagen oud.

    Ik kan de andere valk niet ontdekken al heb ik de indruk dat de etende valk af en toe naar hem roept: "als je nog wat wilt eten, moet je gauw komen!"

    Er gaat best wat tjd overheen en nog altijd zie ik veertjes sneeuwen. Dan opeens is daar de andere valk. Hij zoeft voor de toren langs. Opeens is daar ook de valk van de koektrommel. De ander zet nu op de koektrommel aan. Och kijk nou eens, bedenk ik wat vertederd, er ligt nog wat eten klaar. (Thuis zie ik echter dat het verhaal iets anders in elkaar steekt. De prooi is namelijk grotendeels meegenomen door de eerste valk en er ligt echt niet veel meer als restant op de trommel).

    Ik besluit dat ik nu snel naar huis moet om mijn gestelde doelen te kunnen halen.

     

     

     

  • Een nieuw jaar

    (Hier alvast het verhaaltje en de foto's, de inrichting van seizoen 2015 volgt later wel....)

    Alles ging goed totdat de klok twaalf keer sloeg. Opeens raakte ik in een soortement van trance en merkte ik hoe erg ik mijn vader mis. Het valt niet verder te omschrijven maar vanaf dat moment viel er iets triests over me heen. De champagne smaakte, maar smaakte anders. De omhelzing met mijn vrouw was er, maar was anders dan andere jaren. Vorig jaar wenste ik mijn vader nog het allerbeste, nu is hij dood.

    Met die gedachte werd ik vanmorgen ook weer wakker en om mezelf hier uit te trekken helpt niets beter dan een Mortelbezoekje. En dat komt er dan ook.

    Er zijn veel wandelaars, maar geen valkenspotters. Vanaf het spottersveldje zie ik hoe de eerste slechtvalk op de rechterlamp zit. Zonder het te proberen controleren maak ik de plaatjes. Het is veel kouder dan ik had gedacht. De wind is daar de oorzaak van. Ik wil uit mijn auto mijn das pakken en zie dan hoe een prachtige mannetje vink op het voerplankje zit en daar de zaadjes oppikt. Ik kan het niet over mijn hart krijgen om het vogeltje te storen tijdens zijn nieuwjaarslunch en wacht nog even. Een auto passeert en de vink vliegt weg. Nu loop ik naar mijn auto en pak mijn das. Meteen denk ik aan een nieuwe gadget: een zonneceloplader voor mijn mobiele telefoon. Ik leg hem achter het raam en besluit tot een wandeling.

    Nieuwsgierig loopt de hond van achter het gaas met me mee. Ik spreek hem rustig toe en dat zorgt ervoor dat de hond gaat liggen en me nakijkt hoe ik verder loop in de richting van de toren.

    Door het kale bos hoor ik wel wat kleine vogeltjes, maar ik kan er geen ontdekken. Hier en daar liggen nog wat smeltende sneeuwrestanten in het bos. Ik kijk omhoog en zie dat de lamp aan de achterkant onbezet is, ik weet daardoor dat ik niet over het bruggetje hoef te gaan om de andere valk te kunnen zien. Langs de Snelle Loop gaat het verder naar de achterkant. Ik zie de kudde koeien weer verspreid staan aan de rand van het bos. Uit de wind, dus uit de ergste kou. Een paar koeien staan er heroïsch bij. Hoe dat nu? Langs hen ligt een flinke nog vers gerafeld afgebroken tak, het boompje heeft een grote wond en dat tafereel probeer ik vast te leggen. Verder gaat het. Altijd weer op zoek naar het kleine oranje-blauwe wondertje dat ijsvogeltje heet. Helaas, geen spoor van het vogeltje en geen kans ook, want wandelaars naderen langs de Loop.

    Ik struin verder over de smeltende sneeuw om bij Piet zijn bankje midden in het veld nog eens naar de achterkant van de toren te kunnen kijken. Daar zit zoals ik al een beetje hoopte de andere valk. Ik gok er op dat dit VV is. Verder is het alleen maar kouder aan deze kant, dus ik besluit terug te wandelen naar het bruggetje. En daar zal ik dan bezien of ik verder kuier of dat ik retour zal gaan naar de auto.

    Bij het bruggetje heeft mijn geest al een beslissing genomen: zonder er bij stil te staan loop ik er overheen en bij het poortje zie ik opnieuw dat de ophanging meer dan kritisch is. Er is niet veel meer nodig om het laatste stukje weerstand te doorbreken en dan zal het poortje een klappoortje zijn. Weer bekijk ik of ik iets kan improviseren en weer ontdek ik dat ik daar geen middelen voor bij me heb.

    Op het veld verbazen mij de autosporen. Er heeft recent een auto gereden en die is hier gekeerd. Er staan ook wat voetstappen in de sneeuw en ik ontdek de sporen van een wat grotere hond. De grote poel is dichtgevroren. Nu zie ik ook dat het slootje dat naar de plas gaat ook behoorlijk vol water staat. Ik loop langs de rand van het bos en ontdek nieuwe poelen die ontstaan zijn door het overtollige water. Op een plek waar het slootje droog staat (en waar duidelijk een koeienpad loopt) ga ik omhoog het bos in. Vogeltjes hoor ik, vogeltjes zie ik niet. Aan de kant van het trekkertrekveld heeft de auto ook gereden. Ik vermoed dat de eigenaar van de koeien ze heeft gezocht om bij te voederen.

    Door het diepe spoor loop ik me vast wanneer ik over het pad terug naar de poel wil. Een tocht door het bos is onvermijdelijk wil ik met droge sokken terug keren. Een grote groep wandelaars vermaakt zich. Ik besluit naar het achtuurboompje te gaan waar de rust groter is. Ik zie wat watervogels verderop in de Loop zwemmen. Een foto maken is wat lastig omdat allerlei takken en paaltjes de focus trekken. Het water stroomt sneller door de wind. De toren weerspiegelt er gebroken in. Ik moet er een plaatje van maken. Verder gaat het weer. Ik loop nu naar het stenen dammetje achter de zandhoop. Hier word ik zoals altijd getrokken door het water dat zich tussen de stenen doorperst waardoor er een miniatuur Niagara Falls ontstaat.

    Ik merk niets van de komst van een bekende die me opeens op enkele tientallen meters genaderd is. Bas, de hond van jachtopziener Jan, trekt zijn baasje naar me toe. Ik hoor hoe Jan tegen hem roept dat Basje naar een bekende van hem gaat. Basje is ooit door mensen in het bos achtergelaten en is sindsdien wantrouwig tegen mensen. Maar mij schijnt ie dus wel te vertrouwen en dat vind ik erg leuk. Het zijn deze kleine dingen die mij zo eenvoudig uit een zwaar gemoed kunnen halen. We praten wat en lopen samen terug naar de auto. Ik denk dat het inderdaad PA is, die nog steeds op zijn stekje zit.

    In mijn auto sluit ik voor proef mijn mobieltje aan op de lader. Eer ik thuis ben geeft de batterij toch mooi 15 procent meer aan. Leuke gadget.

     

  • Een plus een is een lastige vraag

    Het vriest, maar er staat niet heel veel wind, het is droog en mijn honger naar de slechtvalken van De Mortel is ongekend na twee maanden "onthouding".

    Het is allang geen vraag meer of ik de kou een tweede keer zal trotseren. De wandeling met Wisky vanmorgen voelde best koud aan, maar de hond had plezier aan het extra grote ommetje en dan heeft baasje dat vanzelf ook.

    Het smaakte naar meer, maar uit ervaring van eergisteren weet ik dat de portieren van de auto ongekend hard vastgevroren kunnen zitten. (Toen zo erg dat ik ze echt niet los kreeg).

    Vandaag lukte het wel. Het is ook al niet heel vroeg meer wanneer ik de auto in ga. Het portier gaat moeiteloos open....even later sta ik in De Mortel.

    De zon staat laag en is fel. De lucht is helderblauw. Wanneer mijn camera het wil doen dan zullen er vandaag mooie foto's te maken zijn, zover is wel duidelijk.

    Op de toren ontdek ik bij de rechterantenne een valk die als ik het goed zie achter het hek zit. De valk zit de veren wat op te poetsen. Verder kan ik er geen ontdekken. Wat ik wel direct opmerk is dat het zo zorgvuldig verzorgde mini-boompje op het spottersveld verdwenen is. Heel even komt er een kwaadheid in me op: alwéér een boompje naar de kloten, waarom? Maar gelijk besef ik dat de levenskansen van dit boompje maar erg klein waren na de grote droogte van de zomer. Het zal het niet gehaald hebben. Het eikje staat er nog wel. Wat is het nog klein.

    Ik besluit te gaan wandelen, verder dan een paar vinken en een grote groep houtduiven kom ik tot nu niet. 

    De Loop lijkt breed, veel breder dan voorheen, maar het is al het gesnoeide riet en de weggehaalde takken die in het water lagen die de loop zo breed laten lijken. De diepte van het waterpeli is prima. Achter de toren hoor en zie ik een buizerd landen in een boom. Met mijn kijker zie ik hem goed zitten, maar mijn camera kan hem maar niet vinden.

    Op de toren zie ik beweging bij de voet van de grote antenne. Aha, daar is een valk aan het foerageren. Een en een? Het is nog niet gezegd dat dit twee is. Mijn wandeling heeft toch wel enkele minuten geduurd en voor de valk is de diagonale oversteek van de voorkant naar de achterkant niet meer dan een sprongetje. Wanneer ik straks weer vóór ben en die valk zit daar nog, dan kan er sprake zijn van een en een is twee.

    Ik geniet van de vistrapjes waar het water hoorbaar doorheen geperst wordt. Mooi is dit, ik voel me er heerlijk bij. Ik keer terug maar besluit eerst ook nog even vanaf het bruggetje te kijken of ik wellicht iets van de visstand kan ontdekken. Helaas lukt me het niet om visjes te ontdekken. Ik ga even door het klappoortje en zie hoe de kleine poel heel licht is dichtgevroren, maar voorlopig zal hier nog geen sprake zijn van enige vorm van elfsloten schaatstochten. Ik besluit naar de oversteek bij de zandhoop te gaan kijken. De foto's die ik daar maak zijn beslist de moeite waard om te bekijken. Bij een van de vormen schiet ik even in de lach. Ik zal er verder niet over uitweiden en laat het aan de fantasie van de lezers over of zij daar hetzelfde beeld bij hebben als ik. Ik heb geen wereldcamera maar de ijssculpturen in combinate met het spattende en bruisende water en het geweldige licht maakt dat ik me heel even een topfotograaf waan.

    "Ge stôt op oew eige te zwetse", zouden mijn ouders me toegefluisterd hebben. 

    Ik keer terug naar het spottersveldje om me daar nog even naar de toren om te draaien: er zit een valk bij de rechterantenne. Een en een is twee geworden, mits... de valk niet een tweede oversteeksprongetje heeft gemaakt. "Ge wît ut immers mar ooit nooit".

     

     

     

  • Ge bênt ne gruune en hullie in ut gruun

    Je bent een geboren Gruune of je bent een geboren Rooie. Als je mijn naamgever en mijn vaders roots neemt dan moet ik wel ne geboren Gruune zijn. Van moeders kant raakt het rooie meer. Ik heb het over de schuttersgilden in Gemert. De rooi skut is die van Sint Joris en Sint Sebastianus, maar de gruun skut is van Sint Antonius en heeft zijn leden vooral aan de Mortelse kant. Ik ben dus ne Gruune of ik wil of niet.

    Wanneer ik De Mortel in rijd, zie ik de vendels zwaaien. Een hellebaardier wijst me dat ik om de kerk heen zal moeten, dat doe ik. Het is een miniem ommetje om vervolgens de weg naar de toren te vervolgen.

    Het is eerlijk koud. Net geen vrieskou want het is 2 graden boven nul, er staat nauwelijks wind, het zonnetje schijnt in de blauwe lucht. Heerlijk, dit is het weer dat bij deze maand hoort.

    Dat ik als eenzame tweebener bij het veldje sta is lichtelijk verbazingwekkend. Ik kan het alleen maar verklaren als dat "heel De Mortel" bij het vendelen staat te kijken.

    Snel gaat de blik omhoog naar de toren, de les van gisteren, toen moest ik ook snel zijn om het beetje valk van de dag te kunnen waarnemen. 

    Beide valken zitten precies boven elkaar in de hoge antenne. Ik maak snel mijn kiekjes en probeer er eentje via een foto van mijn camera-display op Twitter te krijgen. Dat valt meestal nogal tegen en ook nu weer duurt het allemaal net te lang. Ik kijk op en zie.... slechts één valk in de antenne. Waar is VV? (Want ik denk dat zij het is die verdwenen is).

    De zon staat pal links van me. Dat betekent dat ik van de overzijde van de Snelle Loop niet veel kan waarnemen, want het zonnetje is best fel en vooral erg laag. Zal ik maar een wandeling gaan maken? Gisteren heb ik geconstateerd dat de velden erg drassig zijn, maar zolang ik niet tot mijn enkels wegzak valt het allemaal wel te doen.

    Onderweg naar de toren word ik ingehaald door een auto. Het is Jan de jachtopziener. Zijn vrouw blijft in de auto zitten puzzelen. Basje kijkt om alsof ie op me wil wachten. Even later loop ik naast Jan door het bos. 

    Hij laat mij voor om de eerste blik langs de Loop te kunnen werpen. Mocht het ijsvogeltje er zitten dan krijg ik de kans om het voordat het door Bas opgeschrikt wordt op de foto te zetten. Maar helaas zit het er niet. In de verte zie ik een zilverreiger naast een blauwe reiger staan. Gisteren stonden er opmerkelijk genoeg zeven of acht (blauwe) reigers vlakbij elkaar. Jan gaat over het bruggetje, ik vervolg mijn weg langs de Loop naar de achterkant.

    Nieuwe wandelaars met een hond wachten achter me totdat ik mijn plaatjes gekiekt heb. Met een vriendelijk knikje bedank ik hen daarvoor. Ik scan het veld of er ook vandaag weer zoveel reigers zitten. Dat is niet het geval, maar de speurtocht levert me wel heel iets anders op: zo typisch als eigenlijk alleen roofvogels over het veld huppen zie ik een grote vogel op vrij grote afstand van me af. Ook dit is weer tegen de zon in en dat is erg jammer voor het plaatje maar evengoed gaat mijn adrenaline gehalte gestaag omhoog. De vogel heeft een kromme snavel, lijkt nogal bruinig en heeft een korte staart. Bij de kop lijkt nogal wat tekening te zitten, wit en donker zijn herkenbaar, meer dan dat kom ik niet. Het moet haast wel een buizerd zijn. Terwijl ik juist wil proberen om achter een berk te gaan staan om niet op te vallen, is deze beweging voor de vogel kennelijk al genoeg. Hij vliegt weg en ik kan hem vanwege het tegenlicht niet volgen.

    Ik loop verder om de achterkant van de toren te kunnen bekijken. De valk in de hoge antenne zit er nog steeds. Verder niets bijzonders. Ik draai me om en meteen vallen me de kleine watervalletjes in de Loop me weer op. Ik vind dat prachtig om te zien en kan opnieuw de verleiding niet weerstaan om er een paar kiekjes van te maken.

    Het bos is behoorlijk kaal en het lijkt alsof dit door de stormachtige wind van de laatste tijd nog erger is geworden. Overal zie ik stammen zonder kruin, overal zie ik de grond bezaaid met flinke takken. Juist daardoor kom ik op het idee om nog een opname te maken van de valk op de antenne. In de lente hoef je dat op deze plek niet te proberen.

    Even later ga ik over het bruggetje. Jan heeft me al gewaarschuwd dat het daar bijzonder drassig is. Hij heeft gelijk. De paddenpoel is met een dun laagje ijs bedekt, de eendenpoel heeft nog wat open plekken. De drassigheid kan niet beter aangetoond worden dan met een plaatje van de hoeven van een van de Aberdeen Angussen die vrij in het gebied rondlopen. De hoefafdrukken zitten diep in de drassige grond.

    Ik loop toch weer even naar het dammetje bij de zandhoop, weer gaat het water dat zich tussen de keien door perst op de foto. En verder ga ik weer, oplettend mijn weg zoekend in de drogere delen van het veld. Even later sta ik bij het boompje bij de scheiding van Loop, wei en veld. Nog altijd zit alleen PA daar op de hoge antenne. De vreemde half-eend-half-gans-achtigen zitten verderop langs de oever van de Loop.

    Verder gaat het weer. Langs de wei het bos in om naar het veld erachter te banjeren. In de verte staat de kudde. Meer valt er hier niet te zien. Ik probeer de drassige stukken van het bosweggetje zoveel mogelijk te vermijden. Ik zie dat Piet uit Lieshout ondertussen ook is gearriveerd. Ook hier vallen me de dikke takken op die de schade van vorig jaar aanvullen. In een boom in een afgescheiden deel van het bos hangt nog steeds het trieste overblijfsel van een vlieger die er ondertussen al een hele poos hangt. En weer vraag ik me af wat zo'n vliegerfestijn hier nu moet?

    Ik vervolg mijn weg met hindernissen waarbij ik af en toe over een of meer boomstammen of dikke takken moet stappen om de dikke modder te vermijden. Even later sta ik bij het spottersveldje. Piet kan ik nergens ontdekken. Even bekruipt me een gevoel van onbehagen, er zal toch niks met hem zijn? Ik kijk in zijn lege auto en bedenk dan dat Piet mogelijk ook een wandeling aan het maken is. Het stelt me gerust.

    Een prachtige vink doet zich tegoed aan het zaad dat op het plankje ligt. Maar dan opeens trekt een geluid mijn aandacht. "Slechtvalk - agressief", deze twee woorden schieten door me heen. Ik zie tussen de bomen door dat daar achter zich iets afspeelt, maar ik kan onvoldoende zien wat. Snel loop ik het veldje op. "Helaas vinkje, nu ben ik".

    Ik zie nog net hoe vermoedelijk twee valken achter elkaar aan gaan. Dan ben ik ze heel even kwijt en dan opeens doemen ze voorbij de toren weer op. "Duikvlucht". De twee valken duiken achter elkaar aan naar de achterkant toe. Dan ben ik ze kwijt. Weer een paar tellen later zie ik er weer een. het lijkt me PA die bij de nieuwe antenne bij de nestkast landt.

    Even later zie ik hoe Piet om het hoekje bij Loop en bos verschijnt. Een paar minuutjes later doet hij verslag: "PA ging achter een duidelijk bruinere juvie aan". Ik vertel dat ik dit vanaf mijn positie ook al had gezien. Dat de ander een juvie was, kon ik niet zien vanaf deze afstand.

    Opeens loopt Piet weg en haalt een stuk verderop een grote tak van een den op. Met een grondboor maakt hij een gat vlakbij het voederplankje. Dan snap ik wat hij wil doen: een nieuw boompje maken vlakbij de plek waar ONS boompje gekapt is. Een sperwertje is geschrokken door Piet zijn woeste handelingen om de afgebroken tak over de weg te trekken en vlucht weg. De plek in de boom is teveel beschut om de daar gelande sperwer te zien zitten. Kraaien verjagen de sperwer. De zon werkt niet mee. Weg sperwer.

    Een volgende auto stopt in de berm. Het is Gerrit. Ik glimlach, de drie musketiers zijn weer compleet.

    Achter ons loopt volk achter het kleine bosje. Er zijn honden bij. "Jagers", merkt Piet op. "Dalijk skiete ze in inne keer en dan verskiete ge oew eige kapot". (Dadelijk schieten ze opeens en dan schrik je je eigen kapot)

    De knal volgt inderdaad. De elf witte half-eenden krijgen haast. Maar ze zijn niet geraakt. "En daarboven?", merkt Piet op. Niks aan de hand. Maar daar arriveert een volgende valk. We vermoeden dat het VV is die terugkeert. Ik probeer de vliegende valk zoveel mogelijk te "vangen". Want dan zijn ze op z'n mooist. 

    Dan wordt het tijd voor een boterhammetje. Wanneer ik de jagers met z'n vieren op de akker achter het bos zie staan en me hun groene kledij opvalt, is de titel voor dit verhaaltje wel gemaakt.

     

  • Tweede kerstdag, lekker er even uit

    Kerstavond heb ik de vernieuwde website online gezet. Dat de dag erna het weer allerminst geschikt was voor een Mortelgang zint me niet. "Morgen zal het beter zijn", stelt mijn vrouw me gerust. En morgen is vandaag. De ruiten van mijn auto zijn stevig bevroren. Het is koud, maar ik omschrijf dit altijd als een "eerlijke" kou. Ik zie op tegen het ijsvrij maken van de ruiten. Coriena haalt me via facebook over de streep. "Ja, ik ga".

    De valken zijn vanmorgen steeds actief geweest, zo weet ik inmiddels. Dat staat me wel aan. Het ijsvrij maken van de autoruiten is minder zwaar dan ik vooraf vreesde. Een paar minuutjes later zit ik in de auto en verschijnt er een glimlach op mijn gezicht. Ik heb er echt veel zin in.

    Voor me rijd iemand in een wel zeer gestaag "zondags" tempo. Normaal kan ik me daar wel aan ergeren, niemand hoeft van mij te hard te rijden, maar ga wel in het voorgeschreven tempo mits de omstandigheden dat toelaten. Het verpest mijn bui zeker niet en ik blijf gewoon op afstand. In mijn spiegel zie ik dat een ander zich er wel aan ergert, maar deze achtervolger slaat in de dorpskern van de Mortel linksaf.

    In de berm bij het spottersveldje parkeer ik mijn voiture. Er hangt wat nevel laag boven de grond die het lastig maakt (zeker met het tegenlicht van de zon) om de overkant van de Snelle Loop te bekijken. Op de toren heb ik de valk dan allang in de hoge antenne zien zitten. Is de ander ook thuis? Ik zie er maar eentje.

    De bankjes zijn nat en nog aangevroren, niet echt "zitbaar" dus, of ik zal een kouwe en natte kont krijgen. Dat gaan we niet doen. Ik tuur wat om me heen en hoor duidelijk het geluid van ganzen. Het duurt even voordat het tot me doordringt dat ze boven me vliegen. Ik verbaas me wat over de richting (noordwaarts) en wanneer ik even later het plaatje terugkijk schiet ik in de lach. Je zou zo maar kunnen denken dat er een slechtvalk juist in mijn richting komt vliegen, maar het is toch echt een gans die van me af vliegt.

    Ik besluit om naar de toren te wandelen en dan te bepalen of ik een grote of een kleine wandeling aandurf. Het wordt een tusseninnetje. Ik steek via het bruggetje de Loop over. Helaas geen ijsvogeltje in het vizier. Het klappoortje lijkt niet veel meer nodig te hebben om een saloondeurtje te worden. Het hangt nog net tegen de portierpaal, maar er hoeft niet veel duwende vorst meer te komen of het poortje zal haar grip tegen de paal verliezen. Ik zie geen middelen om het provisorisch op te lossen en hoop maar dat het goed blijft gaan.

    Vanaf het veld kan ik de valk op de grote antenne veel beter op de plaat vastleggen, maar het is er erg nat en drassig dus besluit ik mijn wandeling aan deze zijde van de Loop hiermee te stoppen en terug te keren naar gene zijde. Ik ga nu linksaf en zie in de verte de gestalte van de zilverreiger. Deze reiger zien we nu al zo lang dat we hem als vaste bewoner van het gebied beschouwen, iets wat een aantal jaren geleden een zeldzaamheid was. De mensen van natuurbeheer zijn dus wel degelijk bezig om resultaat te kweken met hun werk.

    Opeens vliegt de reiger weg en ik verbaas me daar over. Ik heb me amper bewogen dus waarom zou ie van me schrikken? Maar dan zie ik opeens een kleine hond in de buurt van het bankje met het betonblok rondlopen. "Aha, ik ben dus onschuldig". Ik loop nu ook naar het bankje. Daar zie ik de wandelende baasjes van het hondje die me een goedemorgen wensen. Dat krijgen ze van me retour.

    De zilverreiger strijkt neer bij een blauwe reiger en twee nijlganzen. De kudde Aberdeen Angus staat breeduit bij elkaar. Ik wurm me door het poortje, hmmm, ik ben wat aangekomen, merk ik en loop dan door naar een plek waar ik de toren aan de zijden die vanaf het spottersveldje niet te zien zijn kan bekijken. Ik kom niet verder dan één valk op de hoge antenne, maar die had ik al steeds in beeld.

    Op een hoger deel van het eilandje tussen de gesplitste Loop is een recht stuk stijl afgegraven en er steekt een takje over. Een ideale plek voor een ijsvogeltje, bedenk ik tevreden. Dan draai ik om een maak aanstalten om terug te keren naar het spottersveldje. Er zit ondertussen een man op het betonblok, ik groet, maar krijg geen antwoord. Ook goed. Verderop herken ik Bas, de hond van Jan de jachtopziener. Jan blijft even op het bruggetje staan en lijkt me op te wachten. "Ik heb je lang niet meer gezien", begroet hij me. Ik leg hem uit dat ik inderdaad vanwege mijn gezondheid even verstek heb moeten laten gaan en hoe blij ik met trip van vandaag ben. We wandelen samen op naar Jan zijn auto, ondertussen vertelt Jan dat Piet ook gearriveerd is. Snel kijk ik naar het spottersveld en ben blij daar Piet te herkennen. Ik versnel mijn pas een beetje om naar Piet te gaan maar bedenk ter hoogte van de berk bij de brede poort van het veld dat het altijd zinvol is om daar even om te draaien om de toren te bekijken. Het blijkt een goede zet, want ik zie hoe er een slechtvalk op het rooster zit. Die zet er nog niet bij mijn aankomst. Zit de valk in de antenne ook nog op zijn plaats? Ja, dat wel, maar die klappert met de vleugels. Even opletten nu. Ik heb het teken goed geïnterpreteerd, de valk gooit de kont omhoog en.... vliegt weg. Onmiddellijk is daar ook de reactie van de valk op het rooster (ik vermoed VV) en beide valken verdwijnen noordwaarts.

    De begroeting met Piet is hartelijk. We zijn allebei blij elkaar weer eens te zien. Piet wil me uitleggen waar de valken zitten, maar ontdekt dan pas dat de twee allebei weg zijn. Hij heeft teveel aandacht gehad voor het schillen van zijn appeltje en heeft alle actie daardoor gemist.

    Maar we hoeven niet lang te wachten. Rap na elkaar naderen de twee valken de toren weer, waarbij de voorste uit ons zicht verdwijnt maar de tweede landt op de lage (nieuwere) antenne. Had die eerste prooi bij zich? we denken het wel. PA is de valk op de lage antenne en die laat zijn schooiende kreetje horen. We zijn er haast zeker van dat VV met prooi terugkeerde.

    Het duurt even en dan schooit PA nog eens en vliegt vervolgens naar de achterkant waar VV vermeend met de prooi zit. Weer duurt het even en dan opeens zien we een valk via de achterkant naar de "hoek van de bovenste ring" vliegen. Het is PA die inderdaad met een prooitje of een deel van het prooitje op de ring zit. Zijn geschooi heeft kennelijk gewerkt. Mooie kerstgedachte toch?

    In de bomen naast ons is opeens veel beweging. Er blijken wat staartmeesjes te zitten, maar ook koolmeesjes en nog wat ander klein spul laat zich zien. Ik ben zo dik tevreden met dit alles dat ik me betrap op een dikke smile. Toch wordt het tijd om huiswaarts te gaan. Dat doe ik met een vette glimlach op mijn tronie. Wow, heerlijk dit. Vrolijke Tweede Kerstdag u allen....