• Baasje, het doet pijn maar ik kan je het niet vertellen

    Wanneer mijn agenda het vanmorgen eindelijk weer eens even toe laat om te gaan Mortelen, is een blik naar buiten genoeg om toch niet te gaan. Het is grauw, het miezert, het is niks.

    Ik baal er van en neem me voor dat ik wanneer ik het middagrondje met Wisky heb gedaan hem mee te nemen naar De Mortel. En omdat later zal blijken dat de valken zich niet zullen tonen, wordt dit weer een keer een verhaaltje van Wisky.

    "Hoi allemaal, hier is uw razende reporter Wisky, de zwarte labrador", behoeft hij nog meer introductie?

    We zijn met de auto naar de toren in De Mortel gereden en ik heb zo'n zin om me lekker uit te leven. Weet je, ik zag laatst op TV dat koeien die voor het eerst weer uit de stal mogen en de wei in mogen ook altijd helemaal druk zijn, nou, zo gaat het ook met hondjes hoor! Baasje en ik zijn allang niet meer samen in de natuur geweest en ik heb me er toch zin in. Snap jij nou dat baasje dan eerst weer zijn fotodinges moet pakken en dat kleine veldje op gaat om naar dat hoge ding te staan koekeloeren? Dat snap je toch niet?

    En natuurlijk moet ik zonodig weer aan een bankje vastgebonden worden! Net alsof ik er anders vandoor ga. (Haha, nouwwww, misschien heeft baasje ook wel gelijk.)

    Op die hoge pin is geen vogel te bekennen, maar ervoor staat een auto geparkeerd. Misschien is de automeneer wel binnen in die pin aan het rondkijken. Je weet maar nooit.

    Eindelijk, eindelijk zegt baasje dan dat we gaan wandelen. En ik mag ook nog eens op de foto. Da's ook altijd leuk, want dan kan ik me straks als we thuis zijn op de computer zien. 

    Wanneer we bij de toren zijn komen daar opeens twee mensen uit. Ze kennen mijn baasje en ojee, daar gaan we weer, de mensen gaan weer eens met elkaar praten. (Hebben ze nou nooit in de gaten hoe saai dat is?) 

    Terwijl ik telkens aan de riem trek om weer even een verse geur op te snuiven hoor ik dat baasje en de mannen spreken over filmbeelden. Aha, maar dat weet ik wel, ze hebben het over beelden van de vogels daarbovenaan. Je kunt dat allemaal zien bij Beleefdelente. En dat komt soms zelfs ook op TV.

    Er is een camera verplaatst, en nu is het nog wachten op een beugel die gemaakt moet worden, maar de meneer die dat zal doen, die heeft telkens geen tijd en nu duurt het wel heel erg lang. Ja, dat ben ik wel met hen eens: het duurt wel heel erg lang. Wacht ik zal nog eens even flink aan de riem trekken, dan komt baasje misschien wel mee.

    En dan... eindelijk, eindelijk, er komt beweging in. De mannen stappen in de auto en baasje loopt met mij om het stenen muurtje heen het bos in. Het is modderig en af en toe glijdt baasje een klein beetje weg. Ik vind het machtig leuk, dus ik loop maar eens even wat vooruit. (Haha, baasje begint alweer: "hey rustig aan").

    Aan de achterkant zijn geen koeien. We gaan door het poortje, weer even lachen: ik ga natuurlijk onder het poortje door, maar baasje kan dat niet. Dus zit de riem weer in de knoop. Haha, dat deed ik expres.

    Wanneer we een stukje verder gelopen zijn horen we opeens vogels roepen. Baasje pakt zijn camera weer en probeert ze op de foto te zetten. Volgens baasje zijn ze aan het baltsen. Weet ik veel wat dat weer is.

    Op de toren vinden we geen valken. Baasje heeft daar zijn verrekijker voor nodig, maar ik zie dat ook zo wel. (Toch erg dat mensen zo hulpbehoevend zijn: ze zien niks, ze horen niks, ze ruiken niks, maar ze willen wel de baas zijn over alles en iedereen).

    Wanneer we terug lopen, laat ik nog maar eens even zien hoeveel schik ik heb. Ik grijp mijn eigen riem in de bek en begin te rennen. Hohoho gaat het weer. Maar ik hoor dat baasje er ook wel mee moet lachen. Even later staan we bij het bruggetje, we gaan er overheen (en ditmaal kijk ik wel uit dat ik er niet af donder) en dan gaan we door het klappoortje waar iets tegenaan gemaakt is zodat het weer echt dichtklapt. Ik probeer opnieuw om er anders doorheen te gaan zodat de riem weer verstrikt komt te zitten, maar deze keer let baasje goed op.

    Een stukje verder komt een man met een zwart met witte hond aanlopen. Ik weet nog niet of ik deze hond aardig vind, maar ik besluit het een kans te geven. Maar die andere man loopt met een boogje om ons heen. Ze praten wat, maar gelukkig lopen ze toch door. Woww, het is nat hier. Ik ga weer eens even rennen. Ik sleur baasje weer mee en dan duik ik een diepe plas in. En dan gebeurt het: aaaauwwww.

    Ik schrik enorm en begin meteen te janken en als een dolle rond te draaien. Baasje vraagt wat er is. Maar die domkop moet toch weten dat ik hem dat niet kan vertellen. Aauwauwauw. 

    Baasje doet heel bezorgd en voelt aan mijn poten. Pakt me bij mijn bek, aait over mijn rug en mijn staart. Nee, baas dat is het niet. Ik begin zelfs te kokhalzen. "Heb je je verslikt?", vraagt baasje. Weet ik veel wat dat weer is? Dan krijg ik een koekje. Howwww, dat is betere medicijn. En voordat baasje in paniek besluit om weer eens naar die dierenmeneer te gaan, doe ik maar alsof alles weer normaal is. 

    Baasje blijft telkens naar me kijken. Ik loop niet mank, ik trek niet met mijn pootje. Ik krab me nergens. En vertellen.... dat kan ik alleen op de computer.

     

     

  • Wisky: Fijne herinneringen, het laatste verhaaltje

    Hallo, hier ben ik nog één keer: Wisky, de Labrador

    Ik mag van baasje nog één keer een verhaaltje vertellen over mij. Baasje doet het wel typen want dat kan ik niet meer. Mijn pootjes doen het niet meer zo goed. Ik zak er heel vaak doorheen en dat is niet leuk. De dierenartsmevrouw heeft gezegd dat het artrose is en dat daar niet zoveel meer aan te doen is. Ik heb al een paar spuitjes en pilletjes gehad maar dat helpt allemaal niet zo erg goed. 

    Baasje heeft me verteld dat hij niet wil dat ik veel pijn ga krijgen, dat heb ik niet verdiend zei hij. En weet je wat: baasje moest toen huilen. Ik dacht dat baasjes nooit deden huilen, maar nu toch wel hoor. Ik heb het goed gezien.

    Ik heb regelmatig en met veel plezier mijn verhalen verteld. Bijna 13 jaar hebben we samen zoveel leuke dingen meegemaakt. Ook met vrouwtje hoor en ook met Cindy en met Tim. Ik kijk daar met heel veel plezier op terug. 

    Baasje en Cindy hebben mij moeten leren blaffen want ik deed dat amper. Als Cindy dan "luid" zei en ik dan blafte kreeg ik iedere keer een lekker koekje. Weet je wat Tim mij geleerd heeft: proosten! Wanneer hij een bierflesje voor me hield, dat tikte ik dat aan met mijn poot. Tim zei dan "Proost". Lachen dat we dan deden. 

    Van Cindy leerde ik heel veel zoals AF en ZIT en ROL. En baasje legde vaak iets heel lekkers voor me op de grond en zei dan WACHT. Oh dat was moeilijk joh, want ik moest dan wachten tot ie zei PAK MAAR. 

    Maar waken? Het zou de bedoeling zijn dat ik wanneer er vreemden binnen kwamen hard zou blaffen. Maar ik vind het altijd zo leuk als er iemand komt. Baasje zei wel eens: " Wisky zou inbrekers enthousiast helpen met de spullen naar buiten te sjouwen".

    Tim en Cindy brengen wel eens hun puppie-kinderen mee. Dat is altijd geweldig. Want hoe klein ze nog zijn, zij weten de pot met hondenkoekjes goed te vinden en van hen krijg ik er altijd wel een paar. Ze zijn lieve pups, die me nooit pijn hebben gedaan. Wanneer ik andere honden zo hoor, dan is dat bij hen wel eens anders! Die kinderen trekken soms aan hun staart of oren. Gemeen hé!

    Van mijn mama heb ik geleerd dat een Labrador nooit moet laten merken dat hij pijn heeft. En soms is dat best lastig want hoe moet ik baasje dan vertellen dat ik pijn heb? 

    Laatst had de buurvrouw op de hoek allemaal tekentjes op de grond bij haar heg geprikt waar op stond dat je er niet mag plassen. Maar vrouwtje zei dat ik "het pootje lichten, nooit voor elkaar gekregen heb". En dat is waar, ik tilde altijd netjes mijn achterpootje op, maar de plas ging altijd recht omlaag. Baasje heeft dat nooit erg gevonden hoor.

    Een Labrador staat er om bekend graag te zwemmen, we hebben zelfs zwemvliesjes tussen de tenen, maar ik niet, zwemmen bah! Wanneer we met een andere hond naar een waterplas gingen en ze gingen een tak in het water gooiden, dan rende ik keihard het water in, tot mijn buik nat werd en dan stopte ik. Ik wachtte vervolgens tot de andere hond de tak uit het water haalde en pakte die vervolgens af, om dan trots te laten zien wat ik uit het water had gehaald. Niet dus, maar iedereen vond dat prachtig!

    Toen ik kleiner was gingen we vaak naar een brede sloot, die Maas heette. Daar sprong ik altijd graag in het water. Maar één keer was dat niet leuk want toen sprong ik met mijn pootje in het glas. Er kwam toen best veel bloed uit, en daarna vond ik dat zwemmen allemaal maar niks meer.

    Soms gingen we naar een hoge toren, niet ver weg van ons nest. Daar woonden roofvogels op. Dat vond ik niet zo boeiend hoor. Baasje wel! Wat ik daar zo leuk vond was dat er bossen en velden waren waar je hele spannende geuren kon ruiken. Ik zou daar het liefst hard willen rennen, maar dat mocht niet van baasje.

    Het is nog maar even geleden dat ik met baasje en vrouwtje op zoek ben geweest naar de voorouderlijke boerderij van baasje. Dat was op een hete dag, en de wandeling was lang. Wat ging dat toen nog goed. Zowel baasje als ikzelf maakten de wandeling moeiteloos. Vervlogen tijden! Ik heb nog erg mijn best gedaan om op die grond te snuffelen waar die boerderij moet zijn geweest, maar ik heb hem niet kunnen vinden.

    Baasje zegt over mij: "Hij heeft me door heel erg donkere gebeurtenissen in mijn leven gesleept. En niet alleen van mij. Hij was de reden dat ik mijn doelen kon stellen na al die ingrijpende gebeurtenissen". Telkens was het: "als ik hem maar weer eens kan uitlaten".  En die doelen moest en zou baasje behalen en gelukkig lukte dat dan na hard doorzetten ook weer. Maar ik vond het zo vervelend voor baasje dat ik toen niet meer zo ver kon lopen.

    Ondertussen werd ook ik ouder en werden de wandelingen steeds een beetje korter. De Artrose in mijn pootjes zorgde er uiteindelijk voor dat ik telkens vaker door mijn pootjes zakte. Baasje en vrouwtje vonden dat vreselijk om aan te moeten zien.

    Je doet wat je kunt, want het kwispelen bleef. Maar de begroetingen in de ochtend werden steeds een beetje minder enthousiast.

    Op en af de bank springen, wat mijn favoriete plekje was, lukte niet meer. Baasje begint zich dagelijks af te vragen of ie mij in leven wil houden voor mij of voor zichzelf.

    Als ik eerlijk ben, al ben ik nog zo graag bij vrouwtje en baasje, het valt me niet meer zo mee om steeds vrolijk te doen. 

    Wanneer baasje de dierenartsmevrouw vraagt om mij maar voor altijd te laten slapen, dan heb ik daar wel vrede mee. Baasje heeft me wel beloofd om dit verhaaltje pas te plaatsen wanneer ik er niet meer ben. Dag allemaal...

     

    Groetjes van Wisky

     

    Afscheid nemen is haast ondenkbaar. Mijn trouwe maatje, dat gaat toch niet? Spuiten en andere medicatie, het helpt steeds minder goed. Vreselijk, wat moeten we nou? Heeft hij nog wel een hondwaardig bestaan? Ik wil niet dat hij zo afglijdt, dat heeft hij niet verdiend. Moeten we hem echt in laten slapen? De tranen vloeien met regelmaat, dan weer bij mij, dan weer bij mijn vrouw. 

    Steeds meer van zijn hondenvriendjes moesten het leven laten, telkens weer vreselijk nieuws. En nu: nu is één dag voor zijn dertiende verjaardag ook voor Wisky de tijd gekomen om ons achter te laten met al die mooie herinneringen aan hem. Samen met baasje, Anja, Cindy en Tim hebben we je laten gaan.

    Leeg... zo leeg is het. Ik ben weer doodmoe, wie helpt mij hier nu nog doorheen? Tranen, ze komen vanzelf, ik kan ze niet stoppen. 

     

    Wisky, bedankt dat ik je baasje mocht zijn.